xxxx

Die Macher
pagina 3

x
Ook het inzetten van de media is een spannend onderdeel. Er kan elke ronde onbeperkt (maar elke partij heeft maar 5 stenen) geïnvesteerd worden in de media; deze stenen kunnen in elk van de deelstaten worden gezet, maar er is in totaal maar plaats voor vijf stenen. Een speler die hier niet bij is, kan later alsnog proberen met een schaduwkabinetkaart een mediasteen om te ruilen, maar dit is dan wel een gedwongen zet. Heeft een partij in een deelstaat de meerderheid aan mediastenen, dan kan zij daardoor de publieke opinie beïnvloeden: overal waar ze een meerderheid heeft kan een openliggende opinie omgeruild worden voor een willekeurig andere. Liefst natuurlijk een die de partij zelf in het programma heeft staan.
Daarmee verhoogt deze partij de overeenstemming en dus de basisscore voor de berekening van de stemmen. De verkiezingsbijeenkomsten zijn zoals gezegd ook een manier om de basisscore te verhogen. Elke ronde kan een speler een onbeperkt (maar gelimiteerd door de voorraad) aantal bijeenkomsten organiseren, en koopt daarvoor stenen. Per deelstaat mogen er maximaal 4 per ronde worden bijgezet, tot in totaal 10 stenen. Elke ronde kunnen deze inspanningen per deelstaat direct in stemmen worden omgezet, vooropgesteld dat er minsten vijf bijeenkomsten zijn gehouden (= vijf stenen liggen). Of een speler dit doet, hangt mede van de stand van de trendmarker af; wellicht zijn er later, bij de werkelijke verkiezing, meer stemmen te halen doordat de trendmarker ondertussen nog in gunstige zin is gewijzigd. Maar vroeg in het spel kan het omzetten ook al heel gunstig zijn, doordat de partij die de meeste stemmen in een deelstaat heeft, ook nog een opiniekaart mag veranderen. Op deze manier past een partij haar programma op deze manier gemakkelijk aan aan de publieke opinie.
En dan zijn er nog de peilingen. Dit zijn kaarten, waarop door alle spelers eenmaal blind wordt geboden. De kaart zelf ligt ook blind op tafel en wordt pas opengedraaid na verwerving. Dan zal blijken of het de investering waard is geweest: een trendmarker van een specifieke partij omhoog of omlaag zetten. Natuurlijk hoopt een partij hetzij zichzelf omhoog te kunnen zetten, hetzij een andere partij te laten kelderen. Laat de kaart geen gunstige mogelijkheden zien, dan mag er ook met speciale dobbelstenen met alleen lage ogen worden geworpen om zo de partijbasis, de directe overwinningspunten, omhoog te krijgen.

In de eerste, derde en vijfde ronde krijgen de partijen opnieuw geld uitbetaald en wel zoveel als ze in die huidige verkiezing aan mandaten hadden gewonnen, plus de score op de partijbasis. Een andere manier om aan partijgeld te komen is door middel van giften.
In elke ronde wordt uit een van deze 'gift'-kaartjes een kaart gekozen; de te ontvangen bedragen variëren van 10 tot 50 duizend. Helaas moet voor deze vorm van legale steekpenningen een prijs worden betaald: afhankelijk van de hoogte van het bedrag moet na incassering van het bedrag met een of meer dobbelstenen worden gegooid; de partijbasis wordt verminderd met het hoogste aantal ogen van 1 dobbelsteen. Men kan ook afzien van deze gelden; een partij kiest dan een kaartje en legt deze blind voor zich neer.
Op de kaart staat met hoeveel stenen gegooid mag worden om de partijbasis te verhogen. Maar, adder onder het gras, alleen de partij die van het hoogste bedrag heeft afgezien, mag hiervoor gooien, de andere ‘gehen leer aus’! Dit is een van de momenten waarop het prettig is om géén startspeler te zijn, een prioriteit overigens waarop elke ronde met geld moet worden geboden. Deze startspeler is overal als eerste aan de beurt: bij het kopen en plaatsen van mediastenen bijvoorbeeld heeft dit het voordeel dat hij als eerste nog ergens een vrij laatste plaatsje kan bezetten. Het hebben van een lege verkiezingskas moet in dit spel overigens te allen tijde worden vermeden. Zonder dit geld kan de media, en dus de publieke opinie, niet worden bewerkt, en kunnen geen verkiezingsbijeenkomsten en peilingen worden gehouden, om maar eens wat te noemen.

Die Macher is een groot, heel groot spel, in beide betekenissen. De spelcomponenten zijn talrijk, en het duurt ook even voordat je het spel hebt opgezet. De interactie is wel aanwezig, maar op een indirecte manier. Door de complexiteit heeft het een ‘steep learning curve’ en zal het zeker niet iedereen aanspreken. Maar het is een van de weinige lange spelen die je de tijd doet vergeten.

En er is zoveel te doen, met zoveel rekening te houden, en zoveel te regelen, dat dit spel bijna als topsport betiteld zou kunnen worden. Maar heb je het eenmaal onder de knie, dan openbaart zich een superspel aan je dat je heel vaak zult willen spelen. En dan hoef je alleen nog maar op zoek te gaan naar medespelers, ruimte in je agenda, en een grote tafel!
© 2004 Richard van Vugt

Die Macher, Karl-Heinz Schmiel, Hans im Glück, 1997, 3 tot 5 spelers

x
x
x