xxxx xxxx

Coney Island
Auteur: Michael Schacht
Uitgever: Argentum Verlag
Jaar: 2011


recensie door

x

Bij ‘Coney Island’ gaan de spelers proberen het pretpark met dezelfde naam in zijn oude glorie te doen herrijzen. Iedere speler vertegenwoordigt een familie die aan deze restauratie zo goed mogelijk gaat meehelpen. Het aanzien -punten- dat hiermee verkregen wordt is bepalend welke familie als winnaar uit de bus komt; de familie met het meeste aanzien wint uiteraard aan het eind van het spel.



x

‘Coney Island’ is aan het begin van het spel nog een braakliggend terrein, voorgesteld door het centrale bord met 24 bouwplaatsen. Voordat de spelers er kunnen bouwen, moeten deze bouwplaatsen eerst bouwrijp worden gemaakt door het plaatsen van bouwtegels. Bij het begin worden er vier van in totaal 12 van deze tegels getrokken en centraal op het bord gelegd.

x
Iedere speler krijgt een eigen bordje waarop drie woonwagens staan afgebeeld; iedere woonwagen wordt bewoond door drie artiesten; voorgesteld door tegels in de spelerskleur en in de vorm die hoort bij de woonwagen. Verder krijgt iedere speler als startkapitaal twee geld en een willekeurig bouwblokje (rood of wit) uit de zak. De punten worden bijgehouden op een puntenspoor; de pion in de spelerskleur wordt bij het begin op 5 gezet. Verder worden de attracties die gebouwd kunnen worden in stapels klaargelegd, net als de overgebleven bouwtegels.

x

De beurt van een speler bestaat uit twee fases, de inkomstenfase en de actiefase. In de inkomstenfase krijgt een speler voor elke woonwagen inkomsten. Deze inkomsten zijn afhankelijk van het aantal artiesten dat de speler al op het centrale bord heeft ingezet: de lege plekken laten zien wat deze artiesten al optredend opleveren. Zonder het inzetten van deze artiesten zijn er basisinkomsten: één punt, één geld en een willekeurig bouwblokje. De bovenste woonwagen zal voor meer punten zorgen, de middelste voor meer geld, en de onderste voor meer blokjes die ook nog eens uit de zak uitgezocht mogen worden. Oppotten van deze inkomsten is er niet bij: er is een limiet gesteld van 5 geld of 5 blokjes; als een speler meer krijgt moet dit direct ingeleverd worden!

x
x
Het inzetten van deze inkomsten vindt plaats tijdens de actiefase. Drie basisacties staan de speler ter beschikking; daarnaast zijn er nog 5 verschillende karakters, die bij betaling van twee geld overgehaald kunnen worden hun diensten aan te bieden. Iedere actie mag slechts eenmaal per beurt worden uitgevoerd, maar verschillende meerdere acties mag wel. Eén mogelijke basisactie is het plaatsen van een bouwtegel op het bord, hiervoor moet betaald worden, en het kan punten of bouwblokjes opleveren, maar in ieder geval ook bouwruimte. De tegels moeten aangrenzend aan bestaande tegels gelegd worden. Een tweede mogelijke actie is plaatsen van een artiestentegel; deze wordt na betaling van de kosten op een vrije plek op een bouwtegel gelegd. De kosten zijn afhankelijk van de woonwagen waar de artiest vandaan komt, maar zijn minimaal één rood en één wit blokje.
x
Als derde actie kan een grote attractie gebouwd worden. Deze attractietegel komt op de plaats van één of meerdere artiesten, afhankelijk van de grootte, en levert de bouwer het op de tegel aangegeven punten op.
x
Op iedere tegel staat aangegeven wat de kosten in blokjes zijn en over hoeveel spelerskleuren de attractie heen gebouwd moet worden. De artiesten mogen van de speler zelf zijn, maar dus ook van andere spelers. De artiestentegels komen gewoon weer terug naar de eigen woonwagens, wat dus in de volgende beurt een inkomensvermindering tot gevolg heeft. Wel krijgen de betrokken spelers punten voor de artiesten die terugkomen: 1, 2 of 3 punten, wat overeenkomt met het aantal blokjes wat de inzet van de artiest gekost heeft.
x

Zogenaamde nevenacties zijn mogelijk door één van de vijf personen om te kopen. Is dit al een vorige beurt gedaan dan hoeft dit niet opnieuw, anders komt voor twee geld de bijbehorende personenkaart in het bezit van de speler. Deze personenkaarten bieden allerlei leuke voordelen, zoals het kopen van punten, het veranderen van de kleur van een blokje, of het kopen van een krant.



x
Deze kranten zijn in het begin van het spel 2 of 3 punten waard, later in het spel 1 of 2. Deze punten worden pas aan het eind van het spel afgerekend. Ook kan een krant ingeleverd worden om een zelfde actie nogmaals te doen in een beurt.
x

Zo zijn de spelers na elkaar aan de beurt totdat aan één van de vier eindcondities is voldaan: een speler heeft de 60 punten grens bereikt, er is een ondergrens bereikt aan het aantal vrije bouwplaatsen, de stapel met kranten is op, of van alle grote attracties is nog maar één formaat voorradig. De ronde wordt nog afgespeeld, waarna een eindafrekening volgt: voor iedere artiest die zich nog op het centrale bord bevindt wordt 2 punten van het totaal afgetrokken. De kranten worden tenslotte nog afgerekend waarna de winnaar bekend is.

x
x
x
‘RollerCoaster Tycoon - The Boardgame’. Dat is een beetje de gedachte die opkomt bij eerste kennismaking met ‘Coney Island’. Leuk samen een pretpark opbouwen en dit tot een succes proberen te maken. Niks is echter minder waar, zo blijkt in de praktijk.
x
‘Coney Island’ heeft een aantal leuke elementen. De inkomstenfase, waarbij je altijd wel wat krijgt is altijd leuk. Ook met 2 en 3 spelers is het goed speelbaar, en de wijzigingen hiervoor zijn duidelijk in de regels aangegeven.



x
Het bouwen van de attracties en dus aan het pretpark is maar één mogelijke manier om aan punten te komen. Er zijn ook andere, en het is gedurende de eerste paar keer spelen zeker niet duidelijk wat handig of verstandig is. De verschillende woonwagens nodigen uit tot verschillende tactieken. De bovenste rij artiesten inzetten zal bijvoorbeeld leiden tot een snelle puntenvoorsprong.
x
x
Het bouwen van de attracties is het lastigste: moet er over de eigen artiesten heengebouwd worden met puntenwinst maar inkomstenverlies, of over die van andere spelers -met hetzelfde effect voor diezelfde spelers? Planning en goede timing zijn hierbij erg belangrijk, en dan blijkt dat ‘Coney Island’ niet het opbouwspel is wat het thema wél doet vermoeden: het is in feite keihard resource management, met grondstoffen die nog erg schaars zijn ook.
x
Daar komt nog bij dat de andere spelers ook niet met rust gelaten kunnen worden wat betreft de personenkaarten: de journalist levert in principe elke beurt 2 à 3 punten op, dus die mag niet te lang bij één speler blijven. Ook bij een snelle voorsprong door een speler die het bovenste ‘woonwagenspoor’ heeft ontwikkeld noopt dit tot ingrijpen door een overbouwing. Voor sommige spelers niet het soort acties wat hun het beste ligt. Bovendien vergt het een flink aantal keer spelen om de verschillende tactieken uit te proberen, en daarvoor is het eenvoudigweg niet leuk genoeg.

x

De uitvoering draagt ook niet bij tot een leuke, gezellige spelsfeer. Bij het begin van het spel wordt met een leeg bouwterrein begonnen, dat aan het eind slechts half vol is; de attracties -hoewel leuk getekend- zijn te priegelig om de sfeer uit te stralen die past bij het thema. Vaak wordt er na een spel het bord nog eens overzien, om te bekijken wat er allemaal ontstaan is. Gewonnen of verloren, het is toch leuk als er een esthetisch geheel is ontstaan. Bij ‘Coney Island’ is hiervan geen sprake: wat we gebouwd hebben is niet geheel duidelijk, maar we zullen dit niet gauw met de term pretpark associëren.

Dus dit wordt gebouwd:
Maar: wat is het eigenlijk?
O, met een vergrootglas wordt het duidelijk: nee maar, dat is grappig zeg! Een taart! Hij gooit een taart!
x

‘Coney Island’ heeft niet het appeal dat andere spellen van Michael Schacht hebben; het is niet slecht en het functioneert maar het is nogal saai en beslist geen hoogvlieger. Wat dat betreft komen we van een koude kermis thuis.
© 2012 Edwin van de Sluis

Coney Island, Michael Schacht, Argentum Verlag, 2012 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 30-60 minuten


Bekende elementen samengevoegd in een redelijk vermakelijk doch onopmerkelijk spel
x
x
x