xxxx xxxx

Concordia
Auteur: Mac Gerdts
Uitgever: 999 Games/Heidelberger Spieleverlag
Jaar: 2013


recensie door

x
Twee tot vijf spelers bevinden zich in een vanouds bekende omgeving: al naargelang het spelersaantal spelen ze op een kaart van de Middellandse Zee of op een kaart van Italië. Ze zijn magazijnmeester van een aantal goederen die ze kunnen verhandelen, en ze zenden hun kolonisten over land en zee uit om nieuwe gebieden te ontginnen. Met een hand personenkaarten sturen ze hun acties aan, en werven gedurende het spel nieuwe personen uit een etalage die met verschillende aantallen en soorten goederen moeten worden betaald. Elke personenkaart is bovendien aan een god gewijd die de speler op verschillende manieren met overwinningspunten beloont. Wanneer de etalage personenkaarten leeg is gekocht of wanneer een speler zijn vijftiende kolonie heeft gesticht, eindigt het spel als de laatste ronde is afgemaakt.
x
Elk van de dertig steden op de kaart van de Middellandse Zee krijgt min of meer willekeurig een tegel toebedeeld; hierop staat wat de stad produceert. Per provincie -er zijn er twaalf; elf op de kaart van Italië- wordt gekeken wat het meest waardevolle goed is wat er wordt geproduceerd met baksteen onderaan en doek bovenaan de ranglijst; elke provincie wordt op deze manier met een bonusmarker gemarkeerd. Alle spelers beginnen met wat geld en basisgoederen en twee kolonisten in Rome, eentje te voet, en een die per schip en dus over water kan bewegen. Ook hebben ze elk een identieke startset van zeven personenkaarten, waarvan ze er elke beurt eentje uitspelen en er de bijbehorende actie van uitvoeren.
x

xx
Zo zal in de eerste beurt van het spel veelal de architect worden gespeeld, waarbij de kolonisten over routes mogen worden bewogen, in totaal net zoveel als het aantal kolonisten op het bord –in het begin dus twee routes, vrij te verdelen- waarna de aangrenzende steden tegen betaling gekoloniseerd mogen worden en er een huisje in de eigen kleur mag worden neergezet. Dat kost meestal een voedsel plus het goed dat de stad produceert, en ook nog geld: afhankelijk van het soort goed van 1 tot 5 geld. Zijn er al andere spelers aanwezig in een stad, dan worden de geldkosten die verband houden met het soort goed vermenigvuldigd met dat aantal spelers. Vooral in het begin van het spel zullen spelers voor deze extra kosten waken en de vrije ruimte opzoeken bij steden waar nog geen andere spelers gebouwd hebben.
x
x
Om aan de benodigde waren te komen, kan de mercator worden gespeeld waarmee twee warentypes mogen worden verhandeld: twee van een verschillende soort kopen of verkopen, of eentje van de ene soort kopen, en van de andere verkopen. Er zijn vaste marktprijzen; baksteen bijvoorbeeld kost/levert 3 geld, en doek 7.
x
Met andere personenkaarten kunnen nieuwe personenkaarten uit de etalage worden gekocht, een kaart van een medespeler gekopieerd, of alle kaarten weer op de hand genomen; niet onbelangrijk wanneer de al uitgespeelde architectenkaart weer nodig is om de kolonisten verder over het bord te bewegen. Deze laatste actie zorgt ook nog voor wat extra geld, en bovendien mag een nieuwe kolonist op het bord starten tegen betaling van een voedsel en een gereedschap.
x
Met de prefect kiest een speler uit twee mogelijke acties: hij kan beslissen om alle huizen uit een vrij te kiezen provincie het goed uit die stad te laten produceren, of hij kiest ervoor om al het geld te pakken dat op omgedraaide bonusmarkers van reeds geproduceerde provincies staat. Bij de eerste mogelijkheid mag de speler van zijn huizen uit die provincie het goed dat de stad produceert pakken, plus het goed dat op de bonusmarker van de provincie staat. De bonusmarker wordt vervolgens omgedraaid; deze toont nu een of twee geld. Omdat dit een provinciebrede actie betreft, mogen ook alle andere spelers met huizen in die provincie het goed uit hun producerende stad pakken. Deze actie wordt meestal genomen in een provincie waar de actieve speler meer huizen dan een andere speler heeft staan; hij wil de andere spelers immers niet meer bevoordelen dan nodig. Een oog houden op de pakhuisvoorraad van andere spelers kan ook geen kwaad: de ruimte is beperkt, en wanneer het pakhuis van een speler vol zit, kan ie er niets meer bij pakken.
x
x
Hiermee is het mechanisme van koloniseren, produceren en inkomen genereren wel beschreven, maar uiteindelijk gaat het om de punten die de overwinning moeten brengen, en deze worden aangestuurd via de personenkaarten. Met de senator kunnen tot twee personenkaarten uit de etalage worden gekocht; op elke kaart staat wat ervoor betaald moet worden, van baksteen tot doek, plus het goed of de goederen die worden bepaald door de positie in de etalage. Deze nieuw aangeworven personen met vaak net wat betere kwalificaties dan de personen uit de startset worden op de hand genomen en kunnen vanaf een volgende beurt worden gespeeld.
x
x
Onderaan elke personenkaart staat wat het aan het eind van het spel aan punten oplevert: 1 punt voor elke provincie waar minstens een huisje van die speler staat, 1 punt per eigen huisje op het bord, 2 punten per kolonist, of 2 punten per setje van vijf verschillend goederen producerende steden. En dan zijn er nog de personenkaarten die punten opleveren voor elke producerende stad van een specifieke soort, zoals 5 punten per doek producerende stad waar een speler een huisje heeft staan, of 3 punten voor een stad waar gereedschap wordt geproduceerd. Voor de duidelijkheid: de te scoren punten gelden per kaart, dus wanneer een speler meerdere kaarten van een soort heeft verzameld, zal hij er ook evenredig de punten voor scoren!
x
x
x
x
Eén kartonnetje met uitleg om het spel op te zetten en slechts vier pagina's regels; zo weinig is er nodig om het spel te kunnen spelen. Het spel speelt ook heel snel en intuïtief: een kaart spelen, er de actie van doen, en hup: volgende speler! Het zijn alleen afwegingen zoals wélke kaart er gespeeld moet worden, en wáár de kolonist naar toe moet bewegen of welke goederen er moeten worden verhandeld waar een speler zich mee bezig houdt; maar meestal heeft hij de keuze al buiten zijn beurt gemaakt waardoor het een vloeiend spel blijft.
x
x
Meer kolonisten betekent ook meer en dus verder kunnen bewegen. Zo kunnen provincies en steden worden bereikt die nog niet eerder door andere spelers zijn gekoloniseerd, en dat scheelt weer extra bouwkosten. Baksteen en voedsel staan dan misschien wel onderaan de financiële ladder, maar baksteen is als basis bijna in elke stad nodig om een huisje te bouwen, en voedsel zorgt samen met gereedschap voor een extra kolonist.
Kolonisten mogen niet op zelfde route staan, dus enige planning bij de beweging is vereist. Om efficiënt huisjes te kunnen bouwen is het handig om op een route te staan waar aan weerszijden steden liggen waar een speler nog geen huisje heeft staan. Om de kosten van huisvesting te kunnen betalen moet die speler er dan wel de goederen voor in zijn pakhuis hebben liggen.
x
Doordat duidelijk is welke personenkaarten er op enig moment in de etalage liggen en hoeveel punten ze opleveren en onder welke conditie, lijkt het misschien of een speler zijn taktiek hierop al vroeg zal afstemmen. Maar eerder zal hij in het begin van het spel proberen om zoveel mogelijk steden te koloniseren zonder daarvoor extra kosten te betalen, en ook zal hij proberen een zo gevarieerd mogelijke productie te bezitten. Wanneer een aantrekkelijke personenkaart zich aandient tegen geringe kosten, loont het altijd om deze aan te schaffen; het blijkt vaak dat het aantal personenkaarten dat punten genereert voor de overwinning zorgt, en niet een specifieke soort. Eerst komt dus de aanschaf en verspreiding van de huisjes op het bord, waar dan ook, en daarna pas de focus en de fine tuning. Maar die komt vaak pas heel laat, tegen het einde van het spel. Door de run op de personenkaarten blijft er weinig over van de door de auteur beoogde diepte.
x
x
Hierdoor is het minder een tactisch spel dan in eerste instantie gedacht zou kunnen worden. Een speler moet gewoon zijn kansen grijpen, en zelfs af en toe een gokje wagen. Doek is waardevol en levert bij verkoop weliswaar 7 geld op, maar ook de duurdere kaarten in de etalage moeten onder andere met doek worden betaald. Verder zal een provincie waarin een speler een huisje in een stad heeft waar doek wordt geproduceerd, vaker door andere spelers worden gekozen om te produceren wanneer zij in een dergelijke stad geen huisje hebben; dit levert buiten de eigen beurt dan weer een waardevol doek op.
x
x
Een minpunt is wel dat het spel met vijf spelers veel te lang duurt en de wachttijden toenemen terwijl er in een spel met twee spelers teveel ruimte op het (Italiaanse) bord is en er daardoor minder spanning is; het ideale spelersaantal ligt duidelijk bij drie of vier spelers.
x
Tenslotte is er nog de vliegende kiep: de Praefectus Magnus. Deze kaart komt bij het begin van het spel bij de laatste speler terecht, en wandelt tegen de klok in, telkens wanneer een speler zijn Prefectkaart speelt en gaat produceren, naar de volgende speler. Door het bezit van de kaart mag een speler de provinciebonus dubbel incasseren. Een leuk douceurtje, maar tamelijk nutteloos omdat het in feite alle spelers gelijk bedeelt en er geen enkel ander voordeel mee behaald kan worden anders dan het doorbreken van een eventuele gelijke stand aan het eind van het spel.
x
Concordia is snel uitgelegd, en wordt snel begrepen. Spelers pakken het spel vanaf de eerste keer snel op; de doorgewinterde speler heeft hier geen uitgesproken voordeel. Concordia: het is transparant, luchtig, snel -behalve met z'n vijven-, met voldoende interessante keuzes zonder moeilijk te worden, en het spreekt iedereen aan. Een ietwat gevorderd familiespel, mede door het thema vermomd als kennerspel, wie had dat gedacht?
© 2014 Richard van Vugt

Concordia, Mac Gerdts, 999 Games/PD Verlag/Heidelberger Spieleverlag, 2013 - 2 tot 5 spelers vanaf 12 jaar, 90 minuten



x
x
x