xxxx xxxx

Patrizier
Auteur: Michael Schacht
Uitgever: Amigo
Jaar: 2007


recensie door

x
Bouwmeesters zijn we deze keer; ingehuurd om de woonhuizen van rijke patriciërsfamilies in het middeleeuwse Italië van fraaie torens te voorzien. Tegelijkertijd moeten de portretten van diezelfde patriciërs verzameld worden, als waren het voetbalplaatjes. Thematisch een merkwaardige kronkel, maar geen obstakel voor de twee tot vijf spelers.
















Het tweezijdige speelbord laat aan de ene kant negen Italiaanse steden zien ieder in haar eigen kleur; de achterzijde is voor vijf spelers bedoeld en heeft een stad meer.
x
x

Elke stad heeft plaats voor de bouw van twee torens. In tegenstelling tot wat er wellicht van de Italianen zou kunnen worden verwacht wordt er strikt toezicht gehouden op de bouw: per stad geldt een maximum aan de te bouwen etages. Zo mogen er bijvoorbeeld in Milaan negen etages worden gebouwd, verdeeld over twee torens. De spelers zorgen voor de bouw van de torens; daarvoor hebben ze beschikking over een aantal houten etages in de eigen spelerskleur.

x
x In een spelersbeurt wordt er via het uitspelen van een kaart één, en soms twee, etages aan een toren toegevoegd. Zodra een stad is volgebouwd, wordt er gewaardeerd: de speler die de meerderheid heeft in de hoogste toren krijgt de hoogste waarde van twee puntenfiches die bij de stad bij aanvang van het spel zijn neergelegd. De speler die in de tweede, lagere, toren de meerderheid heeft, krijgt het fiche met de lagere waarde. Als er een gelijke stand is in een toren, wint de speler die daar als laatste een etage heeft geplaatst. Torens van gelijke hoogte kunnen nooit ontstaan; in alle steden wordt een oneven aantal etages gebouwd. Wanneer alle steden gewaardeerd zijn is het spel afgelopen.
x

Bij het begin krijgt iedere speler drie kaarten. Tevens wordt bij iedere stad een kaart open gelegd. Iedere kaart laat het wapen en kleur van een stad zien, met soms extra symbolen voor speciale acties, of een portret van een patriciër familie, of een tweede (zelfde) stad. De extra symbolen kunnen een vraagteken, of een ‘verplaatssymbool’ zijn.

Wanneer een speler aan de beurt is speelt hij een van de drie handkaarten uit, die hij op een stapel voor zich legt. In de stad van de uitgespeelde kaart wordt gebouwd: meestal een etage, soms twee als de kaart twee stadsymbolen liet zien. De speler vult zijn hand aan met de kaart die naast de stad ligt; een nieuwe kaart om bij de stad te leggen wordt van een blinde stapel aangevuld. Indien van toepassing kan de speciale actie van de uitgespeelde kaart worden uitgevoerd. Met het vraagteken kan de hand worden aangevuld met een willekeurige open kaart die zich op het bord bevindt. Met het ‘versplaatssymbool’ op een kaart kan gepest worden: in een stad waar de actieve speler vertegenwoordigd is - maar niet de stad waar hij zojuist heeft bijgezet - kan een bovenste etage van de ene naar de andere toren in de stad verplaatst worden; ideaal om de verhoudingen te veranderen!

x
Dit herhaalt zich totdat alle kaarten zijn uitgespeeld en alle steden zijn volgebouwd en dus gewaardeerd. De portretten op de kaarten hebben pas effect bij de eindwaardering: ieder setje van drie dezelfde portretten levert een bonus van telkens zes punten op. Aan het eind telt ieder speler zijn puntenfiches en telt daar de bonuspunten van de portretten bij op; de speler met de meeste punten wint het spel.
x
x

Wat bij een eerste keer spelen al opvalt, is de snelheid van dit spel. Een potje 'Patrizier' kost niet veel meer dan twintig tot dertig minuten. Dit komt grotendeels door de beperkte keuzes die een speler in zijn beurt heeft: slechts drie. De keus voor het uitspelen van een bepaalde kaart wordt bepaald door de huidige bouwstatus van de stad en de kaart die er bij open ligt en daardoor de uitspeelmogelijkheid bij een stad in een volgende beurt. Een kaart uitspelen, eventueel de extra actie uitvoeren, kaart bijpakken, stad aanvullen met een kaart van de stapel, en de volgende speler is alweer aan de beurt!

x x
x
x

Gezien de beperkte planningsmogelijkheden valt 'Patrizier' in het genre van de ‘licht tactische’ spellen. Een tussendoortje, maar daarmee is het zeker geen slecht spel te noemen, integendeel. De houten etages stapelen lekker weg, en het blijft toch spannend wie de laatste kaart voor een bepaalde stad heeft weten te bemachtigen. Met twee spelers is er wat meer ruimte voor planning, al blijft ook dan het kaartgeluk erg belangrijk. Met vijf spelers wordt het wel erg willekeurig, maar voor een spelletje tussendoor, zeker met deze tijdsduur, mag dat allemaal geen probleem zijn. Grafisch ziet het er goed verzorgd uit, maar zorg wel voor goede verlichting om alle tien steden kleuren en vijf spelerskleuren uit elkaar te kunnen houden! Na afloop ligt het spelbord met alle torentjes er fraai en fotogeniek bij.

x
'Patrizier' is weliswaar geen ‘must have’, maar wel een ‘nice to have’, dit meerderhedenspel van Michael Schacht. Als voorgerecht op zwaardere kost of als snack tussendoor is het zeker niet te versmaden!
© 2007 Edwin van de Sluis

Patrizier, Michael Schacht, Amigo, 2007 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 60 minuten


xxxNauwelijks origineel na 'Manhattan' en 'Capitol', die beide beter zijn
x
x
x