xxxx xxxx

Der Dieb von Bagdad
Auteur: Thorsten Gimmler
Uitgever: Queen Games
Jaar: 2006


recensie door

x
Als iemand wel erg veel rijkdom heeft vergaard, zijn er wel anderen die de balans ongevraagd een beetje proberen te hervinden. Natuurlijk zijn er genoeg kandidaten om dit edele karwei op zich te nemen; neem nou Achmed en zijn kornuiten, allen uit een gerespecteerde dievenfamilie. Voor hen is dit dagelijks en hard werk: ongezien langs de wachters zien te komen, tegen de wanden van de zes paleizen in Bagdad klimmen, en met behulp van broers, neven en achterneven, afhankelijk van de zwaarte van de schat, de eigenaar van een zorg verlossen. En dat is geen plunderen of diefstal, dat is macrofinancieel management gecombineerd met de vraag op de korte goederentermijnmarkt; ook het dievengilde in Bagdad heeft zo zijn oriëntaalse en eigen kijk op de wereld. Wie van de twee tot vier spelers als eerste het vereiste aantal schatten heeft verzameld, heeft het spel gewonnen.
x

Het spelbord laat tegen een oriëntaalse decoratie zes paleizen zien, die elk in een van zes verschillende kleuren zijn opgetrokken. Bij het spelbegin worden de schatten in gelijke in moeilijkheid oplopende stapeltjes over de paleizen verdeeld. De moeilijkheid bestaat hierin, dat er gaandeweg steeds meer dieven nodig zijn om een volgende schat te zekeren.

Voor elk paleis wordt een neutrale zwarte wachter gezet op een van de vier beschikbare plaatsen; hierna mogen de spelers afhankelijk van het spelersaantal nog twee tot vier eigen wachters plaatsen bij een paleis van hun keuze. Een deck paleiskaarten in de zes kleuren wordt geschud en de startspeler krijgt er zes; elke volgende speler krijgt een tot drie kaarten extra gedeeld. Het dievengilde ligt als voorraad bij de spelers om met behulp van de kaarten te worden ingezet.

x
In een beurt mogen er onbeperkt kaarten worden gespeeld in de kleur van de paleizen; deze bewegen een (eigen) wachter, of een dief die dan op de binnenplaats van het paleis wordt gezet. Om een dief in het paleis te krijgen moeten er net zoveel kaarten worden gespeeld als er vreemde, een speler niet gunstig gezinde wachters staan, dus inclusief die van de concurrerende gildes. Bovendien moet er minstens een eigen en een vreemde wachter aanwezig zijn om dit te mogen doen. Vooropgesteld dat er plaats is voor een eigen wachter, kunnen deze ook naar een ander paleis worden verplaatst; dit kost ofwel een paleiskaart van het vertrekkende paleis, ofwel een kaart in de nieuwe paleiskleur. Daarbij mag een speler ook een eigen dief van het oude paleis naar het nieuwe paleis meenemen. Het verplaatsen van neutrale wachters kost twee paleiskaarten: een in de kleur van het vertrekkende paleis, en een in de kleur van het nieuwe paleis. Spelers mogen naar believen kaarten uitspelen, maar mogen nooit meer dan drie dieven in een beurt bewegen of inzetten.
x

Het gevolg is een heen en weer geschuif van wachters en dieven, tot er voldoende dieven in een paleis staan en de bovenste schat van de stapel wordt gelicht. De betrokken dieven kiezen schielijk het kamelepad en keren in de voorraad van de speler terug. In het onderhavige paleis ligt nu een nieuwe schat open die door meer dieven geclaimd moet worden en het zo dus moeilijker maakt om aan deze telkens zwaardere conditie te voldoen.
Aan het eind van een beurt trekt een speler drie blinde kaarten; is er geen actie gedaan, dan mogen er vier kaarten worden getrokken waarvan een een dansereskaart mag zijn. Deze kaart geldt als joker en kan voor elke willekeurige kleur worden gebruikt.

Natuurlijk heeft iedere speler gebrek aan de juiste kaarten, of last van een medespeler die een eigen of neutrale wachter, of zelfs meer dan een, in een paleis zet waar hijzelf net lekker 'goedkoop', voor maar een kaart per dief, aan het bijplaatsen was. Een speler die uitloopt, zal wat vaker met dit soort hinderlijke acties van de medespelers te maken krijgen, maar uiteindelijk voert het eigenbelang de boventoon: hoe kom ik zo snel mogelijk, met zo weinig mogelijk kaartenacties aan die volgende, en misschien winnende laatste schat?

x

Het spelbord is sfeervol en met oog voor detail geïllustreerd; het is heerlijk om van de details in de paleizen te kunnen genieten.
Elk van de paleizen en de corresponderende paleiskaarten heeft een apart symbool waardoor kleurenblinden moeiteloos de goede kaart bij de overeenkomstige locatie weten te vinden. Terzijde moet hier worden opgemerkt, dat steeds meer uitgevers met deze niet geringe groep grijskijkers rekening houden, en in dit spel is het elegant en geïntegreerd opgelost. Het is voor sommige wel kleurherkennende spelers al moeilijk genoeg om groen van blauw of bruin van zwart te onderscheiden, en wat de een nog oranje noemt is voor de ander al geel; niet iedereen is klaarblijkelijk met een standaard kleurenspectrum uitgerust.

x

Door de dansereskaart die als joker in te zetten is, wordt het kaartengeluk enigszins teruggedrongen maar voor het verkrijgen van deze kaart moet dan wel een beurt worden gepast. Enige tactiek en planning komt bij het plaatsen en bewegen wel om de hoek kijken, maar uiteindelijk is ‘Der Dieb von Bagdad’ een ongecompliceerd, pretentieloos en vlot te spelen spel met een lage instap dat een klein uurtje duurt, en dat spelers van allerlei komaf en voorkeur zal plezieren.
© 2006 Richard van Vugt

Der Dieb von Bagdad, Thorsten Gimmler, Queen Games, 2006 - 2 tot 4 spelers vanaf 8 jaar, 60 minuten

x
Zie ook de
x
x
x