xxxx xxxx

Cuba
Auteurs: Michael Rieneck & Stefan Stadler
Uitgever: eggertspiele / Hutter Trade
Jaar: 2007


recensie door

x
Cuba - vóór de revolutie, meldt het regelwerk expliciet. Of dat een voordeel of een nadeel voor ons spelers betekent, wordt er niet bij gezegd, maar het biedt wel de mogelijkheid om straks aan het eind van een ronde stemmen in het parlement te kopen, want dat zunnie toen corrupt waren was wel zeker, al is maar de vraag of corruptie niet van alle tijden en gezindten is. Een stemmig speelbord met daarop een verzonnen stadsplategrond ligt voor ons in warmgele tinten, het roomwitte parlementsgebouw is prominent en imposant aanwezig; de sfeer is meteen goed!

xx
x
De route van onze dagelijkse wandeling rond de stad dient als scorespoor; in de haven liggen wat schepen op hun goederen te wachten. Op de markt wordt de rietsuiker, de tabak en de citrusvruchten - allemaal als ‘grondstoffen’ betiteld - uitgestald en de vermaarde sigaren moeten hier ook hun weg naar de kopers vinden, evenals de aangesleepte vaten locale rum.
Naast het bord worden bouwstoffen gelegd: hout, steen en, eh, water? Ook worden er op en naast het bord gebouwenplaatjes klaargelegd, die de spelers tijdens het spel kunnen bouwen. In zes ronden proberen de spelers op hun eigen plantagebordje en met hun personenkaarten zo goed en zo kwaad als het gaat met deze attributen te jongleren om er de meeste punten mee te krijgen.
x
xx
x
Iedere speler heeft een eigen plantagebord waarop op de verschillende velden staat aangegeven wat voor bouwstoffen en grondstoffen het land oplevert. Een ommuurde opslagloods met een ruim erf biedt plaats aan de oogst; aan het begin van het spel mogen de spelers al twee bouwstoffen en twee grondstoffen kiezen en op hun erf leggen.

Een startspeler wordt bepaald; hoe, dat vermelden de regels niet, dus mogen we het zelf invullen, bijvoorbeeld: de speler die het laatst een sigaar heeft gerookt (we roken niet), naar Cuba op vakantie is geweest (niemand), of Fidel aan de telefoon heeft gehad. Bij ons kwam de speler die stemmen in z’n hoofd hoort dicht genoeg bij de laatste conditie om te mogen beginnen (ik)...
x
x
Elke ronde kent vijf fasen. In de eerste fase worden vier nieuwe wetten aangekondigd, waarvan er aan het eind van de ronde twee worden aangenomen en direct effectief worden. Dit varieert van belastingmaatregelen: het ordinair dokken met pesos voor je overwinningspunten, tot de regulering van de markt: het weghalen of bijplaatsen van grondstoffen.
Nou leuk, maar nog even niet belangrijk. Eerst de tweede fase maar eens afhandelen: elke speler speelt een voor een een van zijn personenkaarten uit, en voert er de bijbehorende actie voor uit.
x
Hij heeft de beschikking over de arbeider, die, als wíj het willen, het raderwerk dat de velden is in beweging zet en voor ons oogst. Hierbij mogen we het houten speelfiguur op een positie in het raster van de plantage zetten, waarbij alles geoogst wordt wat ie horizontaal en verticaal kan ‘zien’. De oogst wordt op het erf gelegd en is daarna beschikbaar voor andere acties.

x
x
x Met de burgemeester kan een speler grondstoffen en de waren rum en tabak op een van de schepen zetten en er de bijbehorende punten voor scoren. Met het uitspelen van de marktkoopvrouw mag een speler grondstoffen en waren op de markt kopen en verkopen. Met de architect mag er tegen betaling van de gevraagde bouwstoffen een gebouw op de eigen plantage worden gebouwd waarbij de lastige afweging gemaakt moet worden welke grond- of bouwstof hiermee overbouwd gaat worden; deze gebouwen, indien geactiveerd, kunnen tegen afgifte van een bouwstof of grondstof voor extra punten zorgen, voor omzetting van een grondstof naar een waar, of voor andere zaken die met de verscheping te maken hebben zorgen, of geld in het laatje brengen. Want geld, het blijft een schaars goed, ook in dit spel.
x
x x x
x
Met de opzichter worden alle gebouwen geactiveerd die de arbeider kan ‘zien’; de spelersfiguur mag in deze fase niet opnieuw worden verplaatst zodat in de arbeiderfase al gedacht moet worden over de inzet van de opzichter. Met het activeren van een gebouw wordt de mogelijke actie van dat gebouw uitgevoerd, zoals grondstoffen ruilen voor punten, grondstoffen omzetten in waren, of zelfs schepen van positie veranderen. Ook de opslagloods is een gebouw dat geactiveerd moet worden, en dat is belangrijk, want alle niet opgeslagen grondstoffen die aan het eind van een ronde nog op het erf liggen rond te slingeren, gaan verloren. Waren en bouwstoffen blijven buiten beschouwing, en kunnen dus op het erf blijven liggen. x
x
x De burgemeester moet voor de grote klappen/punten in het spel zorgen: hiermee mag een speler een van de drie openliggende schepen bevoorraden met de goederen die erop staan aangegeven; de schepen liggen op posities die van 1 tot 3 punten per geleverd item opleveren. Maar vol is vol, dus het is zaak om een schuin oog op de andere spelers te houden: kunnen zij eerder leveren, en waarmee? De schepen staan op kaarten die elke ronde naar een hoger opbrengende positie opschuiven; het schip op de hoogste positie wordt telkens verwijderd. Aanvulling geschied vanaf een blinde kaartenstapel.
Voor sommige personen kan ook een alternatieve actie worden gekozen: een burgemeester die niet verscheept mag vier (de eerste speler) of twee pesos (de tweede) uit de bank pakken om zo zijn slinkende voorraad geld enigszins aan te vullen. En als een speler niks met de architect kan of wil, is er de alternatieve actie waarbij hij een of twee punten op de lijst vooruit gaat.
Hiermee zijn alle personenkaarten besproken maarrr: in een ronde mogen er maar vier van de vijf worden gespeeld! De vierde uitgespeelde kaart bepaalt de nieuwe startspeler, en de ongespeelde vijfde kaart wordt gebruikt om in de derde, volgende fase het aantal stemmen in het parlement aan te geven. Stemmen mogen in een blind bod met geld worden bijgekocht voor 1 peso per stem; als de parlementariërs al zo goedkoop zijn, dan willen we niet weten wat de prijzen in de buiten het spel gehouden stripclubs zijn!
x
De speler met de meeste stemmen kiest in de vierde fase vervolgens twee wetten uit die worden aangenomen en direct effectief worden: alle spelers lopen de wetten langs om te bepalen of ze zich voor het een of ander qualificeren, om zo hun score te verhogen. Hierna worden in de afsluitende fase de personenkaarten weer op de hand genomen, worden diverse markeringsstenen van het bord verwijderd, worden de schepen verschoven en aangevuld, en gaan mogelijke grondstoffen verloren, waarna een nieuwe ronde begint. De speler die na de zesde ronde de meeste punten heeft verzameld, heeft het spel gewonnen.
x
x
x
Doordat er in fasen wordt gespeeld, speelt het spel gemakkelijk weg. Een speler zou in eerste instantie overweldigd kunnen raken van de hoeveelheid materiaal, vooral van de gebouwen en hun mogelijkheden, maar alles wordt vervolgens in hapklare brokken geserveerd.
x
Iedereen heeft wel een aantal persoonlijke zaken op zijn landgoedje te regelen, maar elke speler speelt de arbeider toch als een van de eersten uit om zo weer aan te verwerken spullen te komen. Dat lijkt zich elke ronde te herhalen, met kleine variaties in volgorde. De interactie tussen de spelers is minimaal, en beperkt zich tot het bieden tijdens de parlementsfase; ieder speelt zo’n beetje voor zich. In de haven is het ook met vijf spelers niet druk genoeg om extra druk op de ketel te brengen en om de schepen die op positie ‘1’ liggen mee te laten doen; iedereen wacht z’n kans af tot een schip tenminste op de ‘2’ maar liever ‘3’ is komen te liggen. Het gebouw waarbij je los van de burgemeester 1 of 2 goederen mag leveren (als de opzichter dit gebouw activeert) is ook populair.
x

Vreemd is wel dat er gebouwen zijn die van tabak sigaren maken, en van suikerriet rum, maar dat die extra ‘slag’ en moeite  (eerst het gebouw bouwen, dan activeren en de goederen transformeren, en daarna leveren) niet meer punten oplevert wanneer ze uiteindelijk verscheept worden dan de ‘ordinaire’ grondstoffen die meteen beschikbaar zijn.

x
Elk gebouw doet wel wat leuks en er is een beperkte samenhang tussen de verschillende gebouwen, maar als er een aantal van is gebouwd, kan er maar een bescheiden hoeveelheid efficiënt van gebruikt worden. De wetkaarten hebben helaas weinig variatie en missen soms wat inventiviteit: als een belastingwet aangeeft dat er 4 of zelfs 5 pesos afgedragen moet worden (in plaats van 1, 2 of 3) in ruil voor 2 punten zal die wet in veel gevallen niet worden aangenomen omdat élke speler zijn dure geld liever efficiënter gebruikt.
x

'Puerto Rico' ligt bij wijze van spreken om de hoek, en 'Caylus' naast de deur; ‘Cuba’ gaat mee in de trend en is wat dat betreft beslist niet vernieuwend - maar wel leuk, ondanks de eerder genoemde oneffenheden.
‘Cuba’ is het eerste grote echt helemaal tot in de puntjes professioneel uitgevoerde spel van Eggertspiele. Hopelijk wordt aan deze nieuwe standaard vastgehouden, want het resultaat mag er wezen!

x
x
Het speelbord laat een eerste rij gebouwen zien die we kunnen aanschaffen; dit leidt tot verwarring omdat het suggereert dat deze gebouwen als eerste gebouwd moeten worden voor de volgende beschikbaar zijn. In de tweede druk van het spel wordt dit dan ook aangepast.
De personenkaarten tonen ons ruwe bolsters, blanke pitten waarbij de dames hun favorietje mogen uitzoeken: met of zonder gewaxte borst!
x
De bedachtzame blik van de architect met mooie lichtval schuin van achter is bijzonder geslaagd te noemen. Het is verbluffend te zien hoe Michael Menzel (erelid van de fanclub ‘Wij Noemen Zijn Naam In Bijna Elke Recensie’) de analoge penseelstreek (Wacom en Photoshop) heeft weten te suggereren: pas in een vergroting wordt de computerlijn zichtbaar.

Met ‘Die Säulen der Erde’ is een trend ingezet om voor de kaarten een begin van een kader aan de rand van het speelbord aan te geven en daarmee het speelbord nog eens te vergroten. Daarna zagen we het bij ‘Shogun’, en nu dus hier in ‘Cuba’. Enne, leuk hoor, zo’n groot bord, maar eigenlijk hadden we met een kleiner formaat toegekund, want waar hebben we het nou helemaal voor nodig - zullen de zuurpruimpjes vast zeggen, maar sommige dingen hebben nou eenmaal geen nut, en zijn toch fijn dat ze er zijn - we spelen geen spel om zo efficiënt mogelijk te zijn, maar wel om aan een over the top formaat speelbord plezier te beleven!
x
Wij als aficionados worden meer dan uitgedaagd om dit spel aan te schaffen, als het ons al zou lukken om het te laten liggen, wat niet lukt omdat we door zoveel moois geprovoceerd worden dàt we wel tot aanschaf moeten overgaan. Overgeproduceerd, mijn stoute kontje! Sfeer willen we, en veel ervan!

Ondertussen geeft Eggertspiele met hun titel ‘Cuba’ behalve de spellenliefhebbers op zoek naar meer informatie, ook de Amerikaanse inlichtingendiensten een hoop extra werk als veroorzaker van zoveel berichten met dit lemma op internet! En voor nog wat extra inlichtingenwerk en geheime aandacht: ‘Cuba’ is misschien niet meteen de bom, maar wel een leuke handgranaat!
© 2007 Richard van Vugt
x
Cuba, Michael Rieneck & Stefan Stadler, Eggertspiele, 2007 - 2 tot 5 spelers vanaf 12 jaar, 75-120 minuten


'Orgullecida' Compay Segundo - Yo Vengo Aquí, 1996
x
x
x