xxxx

Augsburg 1520
pagina 2

x

Nog een addertje onder het gras is dat in alle drie de categorieen er voor de laatste twee treden van de ladder veel minder fiches beschikbaar zijn dan er spelers zijn. Als een speler een stap omhoog wil op een ladder en het betreffende fiche is niet meer voorradig, dan mag hij het wegpakken bij een medespeler naar keuze die daarmee dus een stap terug gezet wordt. De compensatie van 100 gulden of een extra prestigepunt die de beroofde speler ontvangt, mogen dan een schrale troost heten.

Als de winnaar van de eerste veiling zijn privileges heeft uitgevoerd gaat het bezoek verder naar de volgende edelman, of in dit geval vrouw: Louise. Er wordt dan op dezelfde manier een veiling gehouden, en de winnaar heeft de keuze uit de vier overgebleven privilegekaarten. Zo worden ook Leo, Maria en Maximiliaan bezocht. De laatste heeft nog een speciale eigenschap: Maximiliaan heeft geen eigen kaarten, de spelers mogen bieden met kaarten met de afbeeldingen van de andere vier edelen.

x
Als alle vijf de veilingen achter de rug zijn, krijgen de spelers in fase 2 geld, punten en schuldbekentenissen, overeenkomstig met zijn positie op de drie ladders. Van de kaarten mag de speler beslissen hoeveel hij er wil houden; de afgebeelde bedragen moeten vervolgens betaald worden, en de kaarten mogen op de hand genomen worden. Het spel is afgelopen na vier (bij 2 spelers) tot zeven (bij 5 spelers) ronden, en de winnaar is degene met de meeste prestigepunten.


Het is belangrijk om vooruitgang te boeken in alle drie de categorieën. Dat prestigepunten belangrijk zijn mag voor zich spreken, maar daarnaast is geld onontbeerlijk om schuldbekentenissen mee te kopen, en de schuldbekentenissen zijn weer onmisbaar om een veiling mee te winnen en zo privileges te mogen uitvoeren. Een evenwichtige strategie is daarom het devies. Nadeel is dat een aantal fiches ook weer kunnen worden afgepakt, en je dus soms alleen maar bezig bent je status te handhaven, in plaats van vooruitgang te boeken. Dat afpakken heeft wel het gevolg dat alle spelers meestal heel gelijk op gaan: als er wat moet worden afgepakt gebeurt dit veelal bij de speler die er het best voor staat, wat een nivellerend effect kan hebben.

x
Op het moment dat de spelers de 25 punten-barriere naderen willen ze allemaal een kerk bouwen om deze barriere te slechten; dan zijn de privilegekaarten waarop een ‘ambten’ privilege staat afgebeeld opeens ongekend populair. Dan is het zaak om een van de eerste veilingen te winnen, zodat de gewenste kaart nog beschikbaar is en je de eerste keus hebt. Op zo’n moment kan een Philipp-kaart waardevoller zijn dan bijvoorbeeld een Maria-kaart, omdat Philipp altijd als eerste bezocht wordt.
x
Dan komen we uit bij de rol van het kaartengeluk: naast de verschillende personen, hebben de kaarten ook verschillende waarden. Soms heb je meer aan vier kaarten met een lage waarde, die je gemakkelijk kan betalen, dan twee (dure) kaarten met een hele hoge waarde. De waarde is immers alleen van belang wanneer het bod ‘staakt’ en iedereen zijn kaarten moet laten zien. In alle andere gevallen is alleen het aantal kaarten van belang. Door goed te ontwikkelen in de ‘ambten’ categorie kunnen extra kaarten verdiend worden, soms zelfs gratis. Hoe meer kaarten, hoe meer keus, dus het belang van de ‘ambten’ ladder moet zeker niet onderschat worden.
x
Als nadeel van Augsburg mag genoemd worden dat in de laatste ronde het geld en het aantal kaarten niet meer van belang is: in fase 2 van de laatste ronde worden alleen de punten uitgekeerd. Dat houdt in dat de ‘handelsposten’ en ‘ambten’ ladders opeens volkomen nutteloos zijn geworden, en alle spelers de ‘adelstand’ ladder op willen. De winnaars van de laatste twee of drie veilingen kunnen dan niks nuttigs meer doen, omdat de privilege-kaarten met een ‘adelstand’ privilege er dan ongetwijfeld al uit zijn. Dat kan een katerige nasmaak opleveren.
x
Augsburg 1520 is een luchtig veilingspel; er is voldoende ruimte voor tactiek, maar echt loodzware afwegingen zijn er niet te maken. Het speelt het leukst met vier of vijf spelers, omdat dan de veiling het beste tot zijn recht komt, maar ook met twee of drie spelers is het prima te doen.
© 2006 Barbara van Vugt

Augsburg 1520, Karsten Hartwig, Alea/Ravensburger, 2006 - 2 tot 5 spelers vanaf 12 jaar, 25 tot 75 minuten

x
x
x