xxxx xxxx

Aton
Auteur: Thorsten Gimmler
Uitgever: Queen Games
Jaar: 2006


recensie door

x
De oude Egyptenaren vereerden een arsenaal aan goden. Iedere god had een hele lobby achter zich staan onder leiding van een hogepriester, die er zorg voor droeg dat de god niets te kort kwam. In het tweepersoonsspel Aton vertegenwoordigen de spelers het kamp van Aton danwel Amun, de twee grootste godheden in hun tijd. Ze proberen hun favoriete godheid te verzekeren van een machtige positie, door te zorgen voor een grote vertegenwoordiging van hun eigen priesters in de vier grote tempels van Thebe.

De spelers krijgen een set van kaarten (waarden 1 - 4) en 26 priesters (houten schijfjes) in hun kleur (rood danwel blauw). De bedoeling is om zoveel mogelijk priesters van de eigen kleur in de vier tempels te plaatsen, wat bij waarderingen punten oplevert.
x

Aan het begin van de beurt pakken beide spelers de bovenste vier kaarten van hun stapel. Deze kaarten verdelen ze over vier cartouchen (‘cartouchen’ zijn de karakteristieke ovale omlijstingen waar in het hierogliefenschrift koningsnamen in geschreven werden). Bij ieder cartouche hoort een bepaalde actie, en de waarde van de kaart bepaalt de nadere details omtrent deze actie, waarover zometeen meer.

De eerste cartouche levert overwinningspunten op. De speler die de kaart met de hoogste waarde bij deze cartouche had geplaatst krijgt het verschil in waarde tussen zijn kaart en die van de tegenstander, vermenigvuldigd met twee, als punten bijgeteld op de puntenlijst. Als de rode speler een kaart met waarde 3 bij de eerste cartouche heeft geplaatst, en de blauwe speler een 4, krijgt blauw (4-3) x 2= 2 punten.

x
De tweede cartouche heeft twee functies. In de eerste plaats bepaalt hij de spelersvolgorde: de speler die de kaart met de laagste waarde heeft uitgespeeld mag beginnen. Ten tweede geeft deze cartouche aan hoeveel vijandige priesters de spelers uit de tempels mogen verwijderen: de waarde van de uitgespeelde kaart, min 2. Bij het uitspelen van een kaart met waarde 1 komt deze som uit op –1, en moet de speler een eigen priester wegnemen in plaats van een vijandige!
x
Uit welke tempels deze priesters mogen worden weggenomen wordt bepaald door de kaart bij de derde cartouche. De tempels zijn genummerd (1 tot 4), en de spelers mogen priesters weghalen uit de tempels met een nummer gelijk aan, of kleiner dan, het getal op de kaart bij de derde cartouche. Dat het hier niet om een vreedzaam verzoek om de tempel te verlaten gaat, blijkt uit het feit dat de weggestuurde priesters zonder pardon terecht komen in het dodenrijk!
De kaart bij de vierde cartouche bepaalt hoeveel eigen priesters de spelers mogen inzetten. De priesters mogen worden ingezet in de tempels zoals bepaald door de kaart bij de derde cartouche.
x
Zodra het dodenrijk, dat uit acht velden bestaat, vol is met weggestuurde priesters volgt een waardering. Per tempel wordt bekeken welke speler daar de meerderheid aan priesters heeft.
x
Alle tempels bestaan uit 12 velden. De speler met de meerderheid in tempel 1 krijgt als puntenaantal bijgeschreven het aantal eigen priesters min het aantal vijandige priesters in deze tempel. De meerderheid in tempel 2 levert vijf punten op. Wie in tempel 3 de meerderheid heeft, krijgt één punt per aanwezige priester, en de meerderheid in tempel 4 wordt beloond met drie punten per blauw veld met een priester van de eigen kleur (iedere tempel heeft één blauw veld).
Dan zijn er nog acht bonuspunten te verdienen voor de speler met de meerderheid aan priesters op de zwarte velden (er zijn er twee in tempel 1 en 2, en drie in tempel 3 en 4). Ook bevat iedere tempel velden met ‘+1’ of ‘+2’ erop, wat het aangegeven aantal punten oplevert.
Na de waardering wordt het dodenrijk leeggeruimd, en nemen de spelers uit iedere tempel een eigen priester naar keuze weg. Dan begint een volgende ronde.
x
Het spel kan op twee manieren uit raken. Het is onmiddellijk afgelopen wanneer een van de overwinningscondities vervuld is: 40 punten behaald, alle velden in een tempel bezet, alle gele danwel groene velden (vier per tempel) bezet. De speler die dit heeft weten te bereiken is dan de winnaar. Tevens is het spel uit als tijdens een waardering de 40 punten overschreden worden. De speler die aan het eind van deze waardering de meeste punten heeft, wint het spel.

‘Aton’ is een leuk, niet te lang spel voor twee spelers waar meer in zit dan je op het eerste gezicht zou denken. Weliswaar speelt kaartengeluk een rol, maar omdat beide spelers precies dezelfde set kaarten hebben trekt dit meestal wel recht in de loop van het spel. De hoge kaarten zijn natuurlijk het meest gewild, maar er zitten helaas ook veel ‘eentjes’ in de stapel. En waar leg je die dan neer? Bij cartouche 1, zodat de tegenstander mogelijk 6 punten scoort als hij daar een 4 had neergelegd? Of bij cartouche 2, zodat je wel startspeler bent, maar geen priesters van de tegenstander van het bord mag verwijderen? Bij cartouche 3, zodat je alleen in tempel 1 priesters mag inzetten of weghalen, of bij cartouche 4, zodat je slechts 1 eigen priester in mag zetten deze ronde?? Het zijn duivelse keuzes. Om een meerderheid in tempel 4 te behalen is relatief lastig, omdat je dan een kaart met waarde 4 moet opofferen voor de derde cartouche. En als je dan ook nog lekker veel priesters in wil zetten, moet bij cartouche 4 toch ook wel minstens een kaart met waarde 3 of 4 gelegd worden... Maar daar staat tegenover dat er bij tempel 4 wel de meeste punten te verdienen zijn. Het is in ieder geval belangrijk om de priesters niet te verspreid in te zetten, want als je dan in geen van de tempels een meerderheid hebt ga je zonder punten naar huis. Een zekere focus is dus geboden. Daarnaast is het ook belangrijk de tegenstander in de gaten te houden; omdat er zo veel manieren zijn om te winnen dreigt het gevaar van alle kanten! Dat is tevens het nadeel van Aton, het is onmogelijk met de beperkte zetten in een beurt om overal in te grijpen. En de tegenstander heeft daar natuurlijk evengoed last van, en dat geeft het spel een toevallig tintje.
x
Het thema is er lichtelijk met de haren bij gesleept, de houten schijfjes voelen niet aan als priesters, noch de velden als tempels. Het is in feite ‘gewoon’ een meerderhedenspel, en er is geen extreme moeite gedaan om het thema zo in het spel te verweven dat we dat even vergeten. Echter, door zijn mooie vormgeving heeft Aton toch een aangename, en zowaar Egyptische, sfeer. Dat de binnenkant van de doos is vormgegeven als weliswaar niet functionele, maar wel mooie tempelentree die gezellig naast het speelbord geplaatst kan worden, draagt daaraan bij. Niet relevant voor het spelverloop, okee, maar het oog wil ook wat!
Met Aton hebben we geen revolutionair nieuw spel in handen, maar wel een goed functionerend tweepersoonsspel dat voldoende uitdaging biedt en leuk en vlot speelt. Met een aangename speelduur van ongeveer 30 minuten zal het zijn weg naar de spellentafel vast wel weten te vinden.
© 2006 Barbara van Vugt

Aton, Thorsten Gimmler, Queen Games, 2006 - 2 spelers vanaf 10 jaar, 30 minuten

x
x
x