xx- eerste spelimpressies

x
Five Tribes
06.11.15 In de wereld van 1001 nacht trekken we rond door de woestijn en proberen we Djinns te bezweren. Met de Djinns aan onze kant kan het niet anders, of het onlangs vacant gekomen sultanaat zal ons ten deel vallen! Het bord bestaat uit een grid van 5 bij 6 tegels, waarop dorpen, oases, markten en heiligdommen staan afgebeeld. Op iedere tegel worden drie gekleurde meeples gezet, die blind uit de zak worden getrokken. De meeples komen in vijf kleuren: de Five Tribes uit de titel. Iedere kleur vertegenwoordigt een stam met zijn eigen unieke eigenschap. Wie aan de beurt is, pakt alle meeples van een willekeurige tegel en ‘loopt’ daarmee orthogonaal over het bord, waarbij hij op iedere tegel die hij aandoet een meeple achterlaat. De laatste meeple moet geplaatst worden op een tegel waar al minstens een meeple van dezelfde kleur staat. Vervolgens worden alle meeples van deze kleur van de tegel afgehaald, en wordt de bijbehorende actie uitgevoerd. Voor blauwe meeples bijvoorbeeld mag de speler geld pakken, voor groene meeples grondstofkaarten, gele meeples zijn aan het eind van het spel punten waard, en witte meeples mogen verzameld worden om Djinns mee te bezweren. Daarnaast voert hij ook de actie uit die bij deze tegel hoort; kaarten kopen, Djins bezweren, of een palmboom of paleis neerzetten. Het is mogelijk dat er op een tegel slechts meeples staan van 1 kleur: die tegel wordt dus helemaal leeg gehaald als een speler zijn beweging daar eindigt en alle gelijkkleurige meeples mag verwijderen. De leeggemaakte tegel mag hij claimen door er een kameel in zijn kleur op te plaatsen. Aan het eind van het spel krijgt hij het aantal op de tegel afgebeelde punten. Eventuele geplaatste palmen en paleizen maken de tegels nog meer waard.
De Djinns zijn ook punten waard, maar zijn vooral begerenswaardig vanwege hun mogelijkheden. Zo is er een Djinn waarmee je tegen betaling een lege tegel mag claimen, of een palmboom ergens mag neerzetten, een Djinn die aan het eind van het spel je meeples meer punten waard maakt, of eentje waarmee je korting krijgt op het bieden om de spelersvolgorde. Five Tribes is typisch zo’n spel waarbij je soms gunstige dingen nalaat, omdat je anders een nog mooiere configuratie achterlaat voor de speler na jou. Het startspelerschap is daarom niet onbelangrijk; soms zie je iets liggen wat een medespeler over het hoofd heeft gezien, en hoe eerder je dan aan de beurt bent, hoe groter de kans dat de situatie nog ongewijzigd is! Five Tribes is een puzzelspel waarbij het onmogelijk is om het volledige overzicht te houden (daarvoor zijn de mogelijkheden te talrijk!) en waarbij het al even onmogelijk is om NOOIT iets leuks voor een medespeler achter te laten. Voor wie met deze onzekerheden wel kan leven, is Five Tribes een aanrader!
Barbara van Vugt
Five Tribes, Bruno Cathala, Days of Wonder, 2014 - 2 tot 4 spelers vanaf 13 jaar, 40-80 minuten.
xxtop
x
El Gaucho
02.10.15 In El Gaucho zijn we geen bouwmeesters die in Toscane paleizen moeten bouwen, noch zijn we handelaren die vanuit onze pakhuizen laken en specerijen moeten verschepen; nee, we zijn slechts stoffige cowboys die voor onze broodheer runderen bij elkaar drijven; op zich een sympathiek gegeven want een onverbruikt thema.
Linksboven op het speelbord is een rodeo ingericht waar de startspeler de dobbelstenen gooit; telkens twee ervan kunnen door de spelers worden gebruikt om runderen van verschillend pluimage te claimen die in vier weides van verschillende grootte grazen. Elk rund is, laten we maar in de sfeer blijven, gebrandmerkt met een groot afgebeeld getal, en een klein en lager getal.
De worp van een of twee van de dobbelstenen moet met een van beide getallen overeenkomen; is dit het grote getal dan wordt er een cowboy in de eigen kleur staand opgezet; is dit het lage getal dan wordt de cowboy er liggend opgelegd. Dit verschil wordt duidelijk wanneer alle runderen in een van de weides geclaimd zijn: alleen de runderen met een staande cowboy gaan naar de spelers; de liggende blijven liggen totdat ze in een latere beurt met een passende worp rechtop kunnen worden gezet. De opengevallen plaatsen in de weides worden eventueel door nieuwe runderen van een blinde stapel aangevuld.
De verkregen runderen worden ieder naar soort aangelegd, ofwel van hoog naar laag volgens het grote getal, ofwel van laag naar hoog; elk nieuw verkregen rund telkens rechts aangelegd. Zo werken de spelers aan een of meerdere reeksen totdat ze op een gegeven moment een rund krijgen dat volgens het getal niet in de reeks past. De bestaande reeks wordt dan afgesloten en in geld omgezet: het rund met het hoogste getal, vermenigvuldigd met het aantal runderen in die reeks.
Er zijn ook nog locaties buiten de weides waar cowboys via een dobbelsteenworp kunnen vertoeven; deze maken het spel gemakkelijker of ook gemener. Want een rund midden in een reeks kunnen aanleggen in plaats van rechts, is natuurlijk fijn. Maar door een cowboy van een andere speler van je rund met waarde 12 te worden beroofd, dat is natuurlijk minder fijn. Zo is er nog een aantal van dit soort acties waarvan de spelregels expliciet vermelden dat deze de sleutel naar de overwinning zijn.
El Gaucho is een eenvoudig dobbel- en verzamelspelletje waarbij je voor lief moet nemen dat het dobbelgeluk je niet altijd toelacht, en waarbij je concurrenten je bovendien soms lelijk dwars kunnen zitten. Het is leuk om een paar keer te spelen, maar het heeft te weinig aantrekkingskracht om op termijn te blijven boeien.
El Gaucho, Arve D. Fühler, Argentum Verlag, 2014 - 2 tot 4 spelers, 45 minuten
xxtop
x
Expedition: Congo River 1884

08.03.13 Een stoomboot vaart de rivier de Congo op; het is 1884. Aan boord bevindt zich een illuster gezelschap reizigers die allemaal op één ding uit zijn: de macht over de zwartjes krijgen. Daartoe reizen zij alle nederzettingen af, zestien in getal, om er eerst onderling over te strijden voordat aan het echte zendingenwerk kan worden begonnen. Elke nederzetting wordt gekenmerkt door een speciaal gebouw dat een bepaald persoon in het gezelschap, vertegenwoordigd door een kaart in de hand, extra macht geeft. Elke speler speelt tegelijkertijd een kaart uit, waarna de waarde via een klein raster op het bord wordt vergeleken: 'O, een antropoloog bij een ziekenhuis, die is drie punten waard.' Vervolgens mogen de spelers een voor een nog helperkaarten uitspelen in hetzelfde symbool van de eerste kaart, en ze doen dat net zo lang tot iedereen is gepast. De speler die dan de meeste punten uit heeft liggen, krijgt de macht over de nederzetting en scoort de waarde ervan. Volgende nederzetting!
'Expedition Congo River 1884', het is een lange titel voor een simpel kaartbiedspelletje dat juist vanwege de titel eerder een wargame doet vermoeden. De biedingen bij de zestien nederzettingen verlopen allemaal gelijk, er is geen ontwikkeling of opbouw; het blijft een repetitief en nogal inspiratieloos geheel. Het spel kenmerkt zich bovendien door onnodige uitzonderingen of overbodige regels. Als er een Franse tolk, een helperkaart, bij een Belgische nederzetting wordt gespeeld, moet er eerst nog even worden gedobbeld om te kijken of er ter plaatse Frans of Vlaams wordt gesproken. Eh, wie geeft er een wip? Dit soort regels maken een spel nu niet direct vloeiend en intuïtief; het raster moet telkens worden geraadpleegd en die waarde moet weer worden vergeleken met de uit te spelen nationaliteit op de kaart zelf om tot een beginwaarde te komen. Maar het is de traagheid, de eenvormigheid en de verstikkende saaiheid die het spel de das omdoen. Daarin slaagt het spel dan weer wel, om het eentonige koloniale leven in de tropen na te bootsen...
Expedition: Congo River 1884, José Antonio Rivero Nuez, White Goblin Games, 2012 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 60 minuten
xxtop

x
Feudalherren
x x
x
Click images to enlarge
19.01.12 Oude tijden keren terug! Als uitverkorenen mogen we een eigen stukje land geheel naar eigen inzicht indelen en dat schaamteloos uitbuiten. De koning zit ook in het complot, en vindt het allemaal goed als ie maar een flink deel van de buit krijgt toebedeeld. Hij aarzelt niet om keer op keer aan onze deur te kloppen met het zoveelste verzoek tot bijdrage of deelname aan de besist onvermijdelijke en noodzakelijke oorlog die al was het maar vanwege de geschonden eer moet worden uitgevochten.
Dus gaan we aan de slag: we kopen elke beurt een fiche uit de etalage dat voor inkomsten moet gaan zorgen. We plaatsen het ergens op ons afgerasterde domein, en hopen dat de dobbelstenen ons gunstig gezind zijn. Dobbelstenen, tja, daar hadden we niet op gerekend, of toch? Op de doos staat het haast als aanprijzing vermeld: 'Mit Würfeln', en hierbij wordt een algemene spellentrend van de laatste jaren voortgezet waarbij het niet langer taboe is om dobbelstenen in een spel te verwerken; er zijn ondertussen heel creatieve manieren verzonnen om de dobbelsteen een wat tactischere rol te laten spelen. Maar de twee dobbelstenen bepalen alleen het punt op het raster waaromheen een gekozen fiche vervolgens de betreffende grondstof produceert of een of meer overwinningspunten oplevert; het spel is uit bij een bepaald aantal punten, dat per spelersaantal varieert.
Elke beurt wordt er nog een gebeurteniskaart getrokken die aangeeft wat de koning nu weer heeft bedacht: een aantal grondstoffen op de deurmat van het paleis leggen of gewoon een ridderlijke afvaardiging de strijd insturen; we worden tamelijk uitgeknepen, maar het kan mogelijk punten opleveren. Soms is de koning uit logeren, en de spelers lezen op het kaartje dat ze dan opgelucht ademhalen.
Het hele spel is doordrenkt van de toevalligheid van de dobbelstenen en de kanskaartjes waarbij de gedachten direct uitgaan naar de welbekende regel: 'U heeft de tweede prijs in een schoonheidswedstrijd gewonnen' bij Monopoly; de verdere uitmonstering van het spel zoals sabotage of oorlog voeren is in feite sier- en pleisterwerk en interessantdoenerige opsmuk.
Als door een gelukkige worp van een speler het spel uiteindelijk wordt beëindigd, blijft er een wrange smaak in de mond over. We zijn bedot en voor de gek gehouden; er wordt net gedaan of we enige invloed kunnen uitoefenen op het verloop door de fiches naar believen op het raster te plaatsen, maar uiteindelijk is de dobbelsteen de echte heerser. Moeten leven met een wispelturige koning is een ding, maar niet als we ook nog voor de voeten worden gelopen door Guus Geluk.
Feudalherren, Tom Wham, Lookout Games / Heidelberger Spieleverlag, 2011 - 2 tot 6 spelers vanaf 10 jaar, 60-90 minuten
xxtop
x
Felinia
03.10.11 In Felinia drijven verschillende volkeren handel met elkaar, en dat die volkeren nou toevallig allemaal katachtigen zijn doet eigenlijk helemaal niet ter zake. Maar hee, de musical Cats loopt inmiddels alweer 30 jaar, dus kennelijk spreekt het thema de mensheid aan! Dus we gaan wel weer tegen een bord vol met als mensen geklede katten zitten te koekeloeren... Iedere ronde mogen spelers hun drie actieschijven inzetten: op een marktkraam waar ze goederen kunnen kopen, of op hun spelersbordje waar ze er 1 tot 3 munten voor krijgen. Op de marktkramen mogen meerdere spelers hun schijf leggen: de bovenste speler koopt eerst, maar betaalt er wel het meest voor, namelijk zo veel munten als er schijven op de kraam liggen. Na de aankoop gaat de schijf weg, waardoor de onderliggende spelers steeds minder betalen. Ook is er een kraam waar goederen van onwelgevallige soort kunnen worden geruild, gewoon naar keuze vanuit de grote zak! In de haven van Katzburg (zucht...) liggen vijf schepen waarop afgebeeld staat welke drie waren het schip verlangt. Wie die waren inlevert mag een handelaar aan boord van het schip zetten. Zodra het schip vol is, en wees er snel bij want er zijn maar 1 of 2 posities, vaart het naar Felinia aan de overzijde van de oceaan. Als er helemaal geen schepen vol zijn geraakt dan vaart er toch eentje weg, want ze zitten te wachten daar in Felinia, en dat is automatisch het schip waarop de vroegste vertrektijd staat genoteerd. Eenmaal ter plaatse begint het avontuur! De zojuist gelande handelaar zet voet op Feliniaanse gronden en mag daar drie velden lopen. Hij verzamelt onderweg allerlei goodies en probeert om op een veld met een handelsfiche te eindigen. De fiches leveren aan het eind van het spel punten op. De handelaar blijft staan: aan het eind van het spel zijn aaneengesloten groepjes handelaren 1 tot 3 punten per handelaar waard. Het spel kan af en toe redelijk frustrerend verlopen als de waren die je hebt niet overeen komen met de wens van de schepen, als het schip waar je aan boord wilde net voor je neus weg vaart, of als je door toedoen van een medespeler net een munt tekort komt voor je masterplan. Maar het spel biedt genoeg kansen en duurt lang genoeg om deze te benutten en zo weer op het juiste pad te geraken. Alles bij elkaar geen zware tactische breinkraker, maar wel een gezellig, vriendelijk spel, ondanks het niet bijster originele of goed uitgewerkte thema. De katten handelen namelijk gewoon in glaswerk, wijn, boeken en horloges in plaats van blikken Whiskas, speelgoedmuizen, vlooienbanden en krabpalen. Het is wel aan te raden om de profi-variant op de achterkant van het speelbord te spelen, die is veel leuker! Barbara van Vugt
Felinia, Michael Schacht, Matagot, 2010 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 45-60 minuten
xxtop
x
Fürstenfeld
31.12.10 Grondstoffen oogsten en aan de man brengen, dat hebben we al een tijd niet meer gedaan! Elke speler heeft een eigen veldje waar ie van oogst, en met behulp van een kaartenstapel waar ie telkens uit de drie bovenste kan kiezen, bouwt hij verder en verbetert zo z'n productie en inkomsten. De grondstoffen worden bij diverse brouwerijen aangeboden waardoor de prijzen kunnen veranderen. De inkomsten zijn belangrijk, want tussen de kaarten zitten allerlei paleisonderdelen, en die moeten op termijn worden gebouwd; uiteindelijk over veldjes waar voorheen misschien nog bronwater werd opgepompt, gerst werd verbouwd of hout werd gekapt. Deadline van het project: nèt even iets eerder dan de andere spelers, want alleen dan kan de overwinning worden geclaimd.
Aan het begin van elk spel worden bij de deelnemende brouwerijen telken weer net iets andere vraagkaartjes gelegd, maar de verschillen zijn marginaal; het is niet zo dat een speler denkt: 'Wow! Dit wordt een uitdaging.' Ook de door het aanbod veranderende inkomsten schommelen een beetje heen en weer, maar brengen geen grote schokgolf teweeg waardoor een speler opeens veel meer geld dan een ander kan opstrijken. Kabbelen, dat doet het allemaal een beetje. Daar wordt een speler op den duur ongeïnteresseerd van. En dan kan een spel opeens lang duren, ook al is het maar 60 minuten. Dat het houten materiaal de ondergrens van het haptische heeft bereikt want te dun om prettig op te pakken is, en dat het speelbord geen ondersteuning van de inlay heeft waardoor ie op termijn krom in de doos ligt, is dan opeens minder belangrijk.
Fürstenfeld, Friedemann Friese, 2F-Spiele, 2010 - 2 tot 5 spelers vanaf 12 jaar, 60 minuten
xxtop
x
Firenze
10.11.10 Het bouwen van hoge torens puur voor de show is van alle tijden, en in het 12e-eeuwse Florence maakten ze er helemaal een sport van. De skyline in die tijd was vol torens van wel 70 meter hoog, opgericht door rijke families die op deze manier hun stand nog een tandje hoger probeerden op te krikken. Helaas ging er door deze hoogdraverij wel eens wat mis tijdens de bouw, wat een hoop ingestort puin tot ongewenst resultaat had. In 'Firenze' gaan de spelers die skyline nog eens proberen na te bouwen, en ze moeten er tegelijk voor zorgen dat door hun hoogmoed geen toren instort.
Elke beurt kiest een speler een van de zes openliggende kaarten uit de etalage - op elke kaart liggen aanvankelijk vier, later wellicht meer, toevallig getrokken bouwdelen in de zes mogelijke torenkleuren. De eerste gekozen kaart is gratis maar wil een speler bijvoorbeeld de derde kaart uit de rij dan moet er op de eerste twee kaarten een bouwdeel van een willekeurige kleur uit zijn eigen voorraad op worden gelegd. De kaarten bieden extra mogelijkheden tijdens de bouw, maar kunnen ook vervelende consequenties hebben - voor een andere speler, maar ook voor de speler die op dat moment aan de beurt is. Aha! Dus daarom worden kaarten overgeslagen! Natuurlijk wordt die ene nare kaart wel steeds aantrekkelijker omdat er telkens een extra bouwdeel op wordt geplaatst.
Een tweede reden om een kaart over te slaan kan zijn dat er op de beoogde kaart bouwdelen in een kleur liggen waar een speler mee aan het bouwen is, en bouwen is de tweede, zo goed als verplichte actie in een beurt. Kan er namelijk op enig moment niet worden verder gebouwd aan een specifieke toren, dan stort ie in, en moet de speler de bouwdelen weer terug doen in de algemene voorraad: het katoenen zakje waar er telkens vier uit worden getrokken om op de meest rechts aangevulde kaart uit de rij te leggen.
Vervolgens kan een speler een toren voor prestigepunten omwisselen; in feite bouwt een speler geen complete torens maar zet hij de bouwdelen van een bepaalde hoogte en kleur om in een verdieping van die toren door er zijn zegel op te plaatsen en de punten op de scorelijst vooruit te gaan. Heeft een speler alle zegels op het bord gelegd, dan is er nog een laatste ronde; hierna wordt per toren nog een bonus gegeven voor degene er de meeste zegels heeft.
'Firenze' kan heel venijnig zijn wanneer spelers de beoogde bouwdelen voor elkaars neus wegkapen, of wanneer een speler geconfronteerd wordt met een vervelende kaart die ie niet kan overspringen omdat ie over te weinig bouwdelen in zijn voorraad beschikt en 'm dus niet kan 'afkopen'.
En het bouwen is ook niet helemaal gratis! Alleen de eerste twee bouwdelen in een beurt krijgt een speler voor niks; voor extra te plaatsen bouwdelen moet worden betaald: in bouwdelen!
Gelukkig zijn er naast al deze rampspoed ook nog kaarten die voordeeltjes opleveren, sommige eenmalig, andere permanent, zoals het mogen bouwen van een extra en gratis bouwdeel, of het inleveren van een toren om een etage hoger, of juist lager claimen. Hoe hoger de etage, hoe meer punten ie oplevert, dus waarom zou een speler een etage lager willen claimen? Nou gewoon: gaandeweg raken de torens voltooid, en de te claimen etage kan al eerder zijn geclaimd en bezet met een zegel van een andere of dezelfde speler. Dan maar eentje lager claimen, vooropgesteld dat een speler er de speciale kaart voor heeft.
Klein minpuntje van het verder fraai uitgevoerde spel: de tekst van de kaarten ligt niet voor iedere speler goed leesbaar en wordt ook niet door symbolen ondersteund. 'Groot' minpunt: op de kaarten staan prachtige illustraties van Michael Menzel maar hierop moeten de bouwdelen worden gelegd, zodat we de illustraties niet meer kunnen bewonderen!
Op het eerste oog lijkt 'Firenze' een doorsnee 'verzamelen, bouwen en krijg er de punten voor' spel. Maar door het element van de afweging welke kaart met welke bouwdelen te nemen, het risico van het instorten van een toren en het kunnen dwarszitten van de medespeler ontstijgt 'Firenze' dit niveau en wordt het een stuk venijniger. Hierdoor is het bij uitstek geschikt voor opbouwende, calculerende én waaghalzerige spelers die tegen een stootje kunnen!
Firenze, Andreas Steding, Pegasus Spiele - 2 tot 4 spelers vanaf 12 jaar, 45-90 minuten
xxtop
x
Fresko
18.03.10 De auteurs laten ons ditmaal een zeer ongezond beroep uitoefenen: op onze rug op een gammel steigertje in de weer met zink- lood- of ook cadmiumhoudende verf, en dat allemaal om een prachtig fresco tot stand te brengen in opdracht van de plaatselijke clerus. Ons loon: een kort leven maar eeuwige roem, en scharen eenentwintigsteeeuwse toeristen die zich aan het door ons geschilderde spektakel vergapen en het met het flitslicht van hunne camera’s weer naar de verdoemenis helpen. Nou, daar tekenen we voor!
‘s Morgens zetten we ons in gang om op de markt de grondstoffen voor de verf in te kopen; bij het scheiden van de markt wordt alles gaandeweg goedkoper maar de ervaring leert dat we dan genoegen moeten nemen met gebutste appeltjes i.c. grondstoffen die de anderen voor ons hebben over gelaten; zo zit de marktwerking practisch in elkaar. Dus moeten we vroeg op, maar daar worden we chagrijning van, en teveel slaaptekort maakt ons minder scherp met als gevolg dat we in de actiefase eventueel een mannetje minder hebben in te zetten. Tijdens deze organisatie bepalen we hoeveel grondstoffen we inkopen, met hoeveel mankracht we het fresco vandaag te lijf gaan, of wanneer we wat al te krap bij kas komen te zitten: of we op het atelier het noodzakelijke portretwerk ter hand nemen. Verder kunnen we onze poeders in de werkplaats tot verf verwerken, waarbij we ook kleuren kunnen mengen, en eenieder die Bob Ross (nog) kent weet waar we het dan onder andere over hebben: juist ja, Van Gogh Brown. Tenslotte, om ons humeur weer op peil te brengen kunnen we ervoor kiezen een avondje revue in het theater bij te wonen, ja, George Carlin heeft in elke tijd zijn contemporaine en verstrooiende pendant!
Al deze gekozen acties worden vervolgens per actie, per speler uitgevoerd. Spelers die eerder waren opgestaan hebben ook in de basiliek het eerste recht om een deel van het fresco ter hand te nemen. Dit is een raamwerk van 25 tegels met op elke tegel de benodigde kleuren en de punten die ervoor verdiend kunnen worden. In de basiliek zwerft de bisschop rond; het liefst wil een speler dat ie in de buurt is wanneer ie aan het werk is want dit geëtaleer van het eigen kunnen levert extra punten op. Wanneer er nog zes tegels over zijn, is er nog een laatste fase waarna het spel eindigt.
Het spel heeft een leuke spanning; de marktkramen laten elke ronde een andere mix van aanbod zien en hoewel elke speler zo zijn eigen kleurenpalet tot stand moet brengen, zijn er beslist kramen die voor meer dan een speler aantrekkelijk zijn. Vroeg opstaan is dan het devies, maar deze keuze wordt in eerste instantie bepaald door de score op de lijst: de speler met de minste punten mag als eerste bepalen wanneer hij opstaat. Ook in de basiliek kunnen ‘mooie’ tegels worden weggekaapt, vooral diegene waar op dat moment de bisschop bij kan komen kijken. Om deze afwikkeling optimaal te laten verlopen, zijn er elke ronde opnieuw aardige afwegingen te maken.
‘Fresko’ volgt het bekende patroon van spulletjes verzamelen om ermee Iets Belangrijks Voor Punten te gaan doen, met hier en daar een lonkend zijpad dat contradictionair voor de voortgang kort gevolgd moet worden. Toch geeft deze mix opnieuw voldoende spanning en interactie. En voor degenen die het spel nog dieper willen spelen: drie gratis en voor niks bijgeleverde uitbreidingen geven extra uitdaging voor nog meer uren speelplezier! Terzijde, en volkomen irrelevant voor spelers: de nieuwe vormgeving van de speldozen van Queen heeft een sympathieke uitstraling en zorgt voor wederzijdse ondersteuning in het schap. Wèl weer relevant: in dit prima verzorgde spel zijn ook de zichtschermpjes en de actiekaartjes van lekker stevig karton!
Fresko, Marco Ruskowski & Marcel Süßelbeck, Queen Games, 2010 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 60 minuten
xxtop
x
Egizia
10.12.09 He, gelukkig, de spelregels besparen ons een achtergrondverhaal, en we hoeven ook niet in een rol te kruipen! Punten moeten we halen, en het is het oude liedje: degene met de meeste ervan aan het eind van het spel is winnaar. Wel wordt ons middels het bord en het spelmateriaal de sfeer van Oud Egypte gegund. Vier bouwploegen en wat scheepjes hebben we tot onze beschikking om daarmee de Nijl af te varen en monumenten te bouwen. Voor deze participatie aan de oudbouw krijgen we punten, die we direct bijschrijven op op een wat hedendaagsere Kramerlijst; want laten we vooral niet vergeten wie 'm heeft bedacht, dus nog even voor de duidelijkheid het rijtje: Eiffeltoren, Hubbletelescoop, Kramerlijst...
Om beurten plaatsen de spelers hun scheepjes op een van de locaties langs de Nijl, en voeren er de actie voor uit. Locaties mogen worden overgeslagen, maar er mag niet tegen de stroom in worden gezet, dus wanneer er eenmaal voorbij een plek is gegaan kan deze de huidige ronde niet meer worden bezocht. Meestal betreft het het verkrijgen van kaarten die extraatjes geven, eenmalig of permanent. Voor het bouwen bij de monumenten moeten bouwstenen worden afgegeven warvan de score op een eigen bordje wordt bijgehouden. Hoe hoger het monument, hoe groter of krachtiger de bouwploeg moet zijn, en hoe meer stenen er zijn vereist maar ook des te meer punten er kunne worden vergaard. Bouwploegen kunnen op diverse plaatsen worden 'opgewaardeerd', en de stenen komen verspreid over de vijf rondes in kaarten langs. Er is een loctie waar bonuskaartjes kunnen worden verkregen. Extra punten voor het bereiken van een bepaald niveau van een monument of bouwploeg, of het beschikken over de grootste voorraad stenen of graan zijn enkele van de bonussen.
Spelers moeten zich voortdurend afvragen of ze een locatie zullen overslaan om maar zeker als eerste en dus enige een volgende locatie te kunnen bezetten, hetgeen een aardige interactie oplevert. Wel lijkt het erop, dat de bonuskaarten wat onevenwichtig zijn, en dat ze bovendien het verschil in winst of verlies betekenen. Het is zaak voor alle spelers om minstens evenveel bonuskaarten te hebben, wil er nog een kans op de overwinning kunnen worden gemaakt. 'Egizia' speelt snel, heeft een transparant spelverloop en uitgebreide en uitstekende regels. En voor wie tóch per ongeluk in een rol is gekropen: dat kwam vast door het prachtige sfeervolle artwork van Franz Vohwinkel!
Egizia, Acchittocca, Hans im Glück, 2009 - 2 tot 4 spelers vanaf 12 jaar, ca. 90 minuten
xxtop
x
Finca x
06.05.09 Een eiland. Geef het een naam. Noem het Mallorca. Verdeel het in gebieden. Maak het vruchtbaar. Overspoel het eiland met oogst van allerhande soort. Laat de spelers de oogst bijeenrapen. Creëer vraag. Geef de spelers bij levering een beloning in de vorm van punten. Stenig de speler met de meeste punten. Correctie: huldig de speler met de meeste punten.
Afgezien van de tekstueel-correctieve ingreep, klinkt het allemaal niet bijster avontuurlijk. Maar om maar meteen met de deur in huis te vallen: 'Finca' speelt erg leuk en vlot, en heeft het in zich om de Lieveling van het Jaar te worden. Luister:
Met hunne boertjes lopen de spelers over de wieken van een Spaanse molen - ja nou, wel even de fantasie gebruiken ja? Op elk van de zeilen is een andere vrucht afgebeeld: amandelen, vijgen sinaasappelen, citroenen, olijven of druiven. De spelers bewegen in hun beurt een van hun boertjes op deze ring, en oogsten net zoveel van de vruchten als er in totaal boertjes staan op de wiek waar de beweging eindigt. Zo, da’s makkelijk oogsten! Waar kunnen de spullen afgeleverd worden?
Nou, in elk van de gebieden van het eiland ligt een stapeltje akkers waarvan de bovenste laat zien wat er geleverd moet worden, van een tot zes dezelfde of verschillende vruchten. Op hetzelfde akkerplaatje staat wat het oplevert, een tot zes punten, overeenkomend met het aantal geleverde vruchten.
Wanneer een speler de gevraagde spullenheeft verzameld, kan hij ervoor kiezen om in een beurt in plaats van een van zijn boertjes te bewegen, te gaan leveren.Dat doet ie met een ezelskar - het was nog in de tijd van ver vóór de EU-subsidies - en die kar, die moet ook nog eens eerst worden geleend, gemaakt of gebouwd, maar hoe dan ook, na levering zijn we ‘m opeens kwijt en moet ie opnieuw verworven worden! Bij levering krijgt de speler het akkerplaatje dat hij open voor zich legt, en het volgende blinde akkerfiche uit dat gebied wordt nu opengedraaid.
Ook beschikt elke speler over een aantal speciale actiefiches, die eenmalig kunnen worden ingezet. Wanneer in een gebied het laatste akkerplaatje is weggenomen, ligt er nog een bonusfiche dat naar de speler gaat die op dat moment de meeste vruchten van de afgebeelde soort op zijn verkregen akkerfiches heeft verzameld.
Wanneer er een door het spelersaantal variabel aantal gebieden leeg is, eindigt het spel en iedere speler telt de punten van zijn akkers en de bonussen.
‘Finca’ is eenvoudig te spelen, maar heeft genoeg tactische afwegingen die het voor spelers van elke soort aantrekkelijk maakt. Het is verbazend dat zo’n eenvoudig en eigenlijk platgetreden spelidee zo’n apart en leuk spelgevoel teweeg kan brengen. Zeiden we Lieveling van het Jaar? Oei, dan moeten we oppassen dat we ‘m niet meteen doodknuffelen!
Finca, Ralf zur Linde & Wolfgang Sentker, Hans im Glück, 2009 - 2 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, ca. 45 minutenxxtopxx
x
Eine Frage der Ähre
01.05.09 Examenvraag op de Spellenacademie: Geef de definitie van ‘Eine Frage der Ähre’.
Antwoord: Eine Frage der Ähre is een bordspel waarbij in een spelersbeurt door het op een akker leggen van dominoachtige tegels waarop telkens twee dezelfde of verschillende van vijf gewassen staan afgebeeld het aantal velden van dezelfde gewassen die orthogonaal aansluiten of deel uitmaken van de gelegde tegel in punten wordt uitgekeerd; hetzij direct als overwinningspunten waarmee een speler die er aan het eind van het spel de meeste van heeft verzameld heeft gewonnen, hetzij via zogenaamde boerderijpunten waarbij op een gegeven moment het recht verworven kan worden op een op een van de velden van de akker te plaatsen boerderij die dan, naast de mogelijke punten in een beurt door het leggen van een tegel, elke beurt extra overwinningspunten oplevert in de grootte van de som van de velden die aansluiten aan de boerderij inclusief het veld waarop de boerderij staat; daarenboven zijn via de tabel van de boerderijpunten voor elk van de gewassen afzonderlijke bonuspunten te verdienen.

Vraag 2: Oei! Dat klinkt heftig! Is ‘Eine Frage der Ähre’ een moeilijk spel?
Nee, integendeel, het is een gemakkelijk en toegankelijk spel. Je legt een tegel, neemt er de punten voor, en pakt een nieuwe tegel. Liggen er veel dezelfde gewassen aan elkaar, dan ligt het voor de hand dat er direct overwinningspunten voor worden genomen; in het andere geval is een investering via de boerderijpunten verstandig omdat daar voor de eerstkomende speler aan de meet per gewas een bonus van elf tot vijftien punten te halen valt; de tweede krijgt al aanzienlijk minder, zes tot tien punten, de derde slechts een tot vijf, en een eventuele vierde speler heeft helemaal het nakijken. Zorg dat je erbij bent!

Vraag 3: Voor wie is ‘Eine Frage der Ähre’ bedoeld?
‘Eine Frage der Ähre’ is voor iedereen bedoeld die het leuk vindt om een beetje te puzzelen; het is een echt familiespel en door zijn relatief korte duur kan het ook voor de ervaren speler een leuke afsluiter van de avond vormen.

Vraag 4: Is het een interactief spel?
Natuurlijk legt een speler zijn tegel zodanig, dat hij er zelf het meeste profijt van heeft. Soms is het onvermijdelijk dat een volgende speler daar ook van kan profiteren. Wanneer een speler zijn boerderij op een veld heeft geplaatst, kan dat veld door een medespeler worden verkleind om zo de extra punten voor die speler te verkleinen. Hou je medespelers op de boerderijlijst in de gaten en zet desnoods een van je vijf starttegels in om een voorsprong te houden of krijgen en zo als eerste het bonusfiche te kunnen pakken. Wat was de vraag ook al weer?

Vraag 5: Is ‘Eine Frage der Ähre’ leuk?
Hoewel het spel niet overloopt van originaliteit, speelt het lekker weg. De regels zijn duidelijk en simpel, het materiaal is robuust, de sfeer is goed en ieder kan zó aan de slag. Wat wil je nog meer?

Oordeel Spellenacademie: kandidaat GESLAAGD

Eine Frage der Ähre, Jeffrey D. Allers, Pegasus Spiele, 2009 - 2 tot 5 spelers vanaf 8 jaar, 45 tot 60 minutenxxtop
x
x
Fragile
30.06.07 Voorzichtig! Kijk uit! Hier met die krat! Nee, die kant op! Op de kade van Shanghai is het een drukte van belang; de zojuist ontscheepte goederen moeten hun plek aan de wal krijgen, maar het is al net als met voedselhulp: wie het eerst komt het eerst maalt, dus lopen alle Chineesjes elkaar voor de dribbelende voetjes om de waar het liefst in het eigen pakhuis zeker te stellen. Vijf actiepunten per eigen spelersfiguur mogen worden verdeeld: lopen, duwen, stapelen, of doorgeven. Met name deze laatste actie maakt het spel tot een vernuftig puzzelspelletje, want bij het doorgeven kunnen de aangrenzende figuren van andere spelers worden benut om de krat als het ware over hun hoofd heen te tillen en zo over meerdere vakken te verplaatsen. En dan ligt ie ineens vlak voor het eigen pakhuis, waar een andere eigen figuur, indien in positie, 'm dan snel in kan duwen! Wanneer een speler zijn laatste pakhuis heeft bevoorraad, eindigt het spel; een punt per krat, met een extra punt als de krat, tegen een extra actiepunt, op zijn 'fragile' kant is gedraaid, wat alleen mag als ie nog niet in een pakhuis ligt. Dus: draai jij 'm om in jouw beurt, dan loop ik er mogelijk mee weg in de mijne!
De uitvoering tilt het spel boven de middelmaat: de mooie houten spelersstukken hebben hoeden van glitterverf, de kratjes zijn van echt hout, en de doos zelf is ook een mooi afgewerkte houten doos met deksel. Om de sfeer compleet te maken, zitten de componenten tussen houtwol verpakt. Allemaal volstrekt overbodig, maar hee, het oog wil ook wel eens wat! Met Fragile zet je een lichtvoetig maar prachtig spel op tafel. En mensen die graag met hun mooie schaakstukken pronken hebben nu een alternatief!
Fragile, Czarné, Ludo Art, 2006 - 1 tot 4 spelers vanaf 10 jaar, 30 tot 45 minuten
xxtop
x
Fiji

21.02.07 In ‘Fiji’ gaan twee tot vijf spelers schrompelkoppen verzamelen: enge gedroogde mensenhoofden; ja, de auteur komt telkens weer met iets anders lugubers op de proppen; z’n favoriete liefhebberij doet zelfs z’n haar groen uitslaan! We moeten ze verzamelen om ze aan musea te kunnen verkopen; oh cultuur, dan is het goed! De eilanders zijn daarentegen tuk op kraaltjes, en al ruilend komen we aan de gewenste waar. Dat gaat in twee slagen: eerst wordt er een achttal conditiekaarten samengesteld en zien we door wie en onder welke voorwaarden er geruild kan worden. Na drie keer ruilen tegen dezelfde voorwaarden houden we onze buit tegen het licht van de doelkaart (meeste/minste van een soort); degene die hier het beste voorstaat, krijgt een kop minder dan het aantal spelers. Deze hele sequence wordt vervolgens vier rondes herhaald voordat het spel eindigt en de speler met de meeste schrompelkoppen heeft gewonnen.
Er zitten vier kleuren kralen in het spel, waarvan aan het begin van elke ronde een vaste samenstelling gedeeld wordt; kralen uit vorige rondes worden teruggegeven. De overgebleven kralen vormen de algemene voorraad. Bij elke ruilfase nemen de spelers vanachter hun scherm een tot vier steentjes in de hand, waarna de conditiekaarten worden afgewerkt. De eerste conditie is altijd: wie heeft er het meeste/minste van, de tweede laat zien wat degene die de eerste conditie heeft vervuld uit de voorraad mag pakken. Qualificeren meerdere spelers zich of ligt er niet genoeg in de voorraad, dan gaat het hele feest niet door. Onder de ruilkaarten is er een die aangeeft dat juist andere spelers een steen van een soort krijgen, of dat een speler zijn bod niet hoeft te betalen, of dat hij een doelkaart moet veranderen. Daarvan liggen er namelijk telkens vier uit, en hoewel slechts de eerste bepalend is, kan er bij gelijkstand naar een tweede en volgende worden gekeken. Al dit gegoochel en in meerdere gelijke fases blind bieden komt nogal droog en gekunsteld over; in dit genre zijn al eerder en betere spelen verschenen. De bruine tinten en onuitgewerkte illustraties dragen ook niet bij tot de exotische sfeer die op de doos gesuggereerd wordt. Geen aanrader.
Fiji, Friedemann Friese, PS Games, 2006 - 2 tot 5 spelers vanaf 10 jaar, 30 minuten
xxtop



x
Extrablatt
12.08.06 Met CNN en internet komt het er niet zo gauw meer van, een extra editie met 'breaking news', en de oplage van de kranten daalt ook al een tijd, afgezien van de perronmatten die gratis worden uitgedeeld. Vóór het algemene gebruik van computers en opmaakprogramma's was het samenstellen van een krant een secuur en ongezond werk dat sinds de uitvinding van de boekdrukkunst nog tot ver na het midden van de vorige eeuw met gegoten loden letters gebeurde die stuk voor stuk op een blokje werden verzameld, artikel voor artikel. Later werd er met letterbelichters gewerkt die de afzonderlijke artikelen op film zetten, die vervolgens konden worden geprint. Deze prints werden op een raster gelegd en geplakt, waarbij er danig heen en weer geschoven moest worden om alles passend te krijgen. Soms moest de verdunner er aan te pas komen om een al geplakt artikel van zijn plek te verwijderen en elders op de pagina te plakken als de layout dat vereiste. Deze paste up van de pagina, zoals een werktekening dan ook (nu nog) treffend in het Engels heet, werd in zijn geheel op film gezet, waarna de offsetplaten konden worden gemaakt en kon worden gedrukt. Gratis melk werd vanwege het giftige lood of de drukinkten van bedrijfswege aan de werknemers verstrekt; alsof dat iets hielp.
Ja, dan hebben we het nu een stuk gemakkelijker, want in 'Extrablatt' moet het ook allemaal wel passen, maar vieze handen krijgen we er niet van, en melk lust de redactie niet! In twaalf uur tijd komt een krant tot stand; de telex ratelt en de berichten sijpelen binnen. De vier concurrerende kranten willen allemaal met een zo origineel bericht komen, en indien dat niet helemaal lukt, dan toch zeker met het grootste artikel van dat bericht. In elke beurt wordt een bericht van de telex geplukt, een grootte naar believen gekozen en op het werktekenkarton gelegd. In de blinde stapel telexberichten zitten tijdmotortjes; wanneer de telex wordt aangevuld en deze fiches worden gedraaid, wordt de klok een uur verder gezet. Om vier en om zeven uur zijn er twee tijdslimieten waarbij de artikelen die dan uitliggen worden gelabeld om aan het eind misschien punten op te leveren. De tijdmotorfiches kunnen gebruikt worden om als canards op een artikel van de concurrent te leggen, die, het is al schande genoeg, maar in ieder geval geen punten opleveren - in het spel wordt in plaats van punten overigens over oplage gesproken. Of dat van die canard lukt is nog even de vraag, want hieraanvoorafgaand wisselen uitdager en verdediger blind twee cheques waarbij de aanbieder van de hoogste waarde de actie mag uitvoeren - en dat kan dan ook de verdediger zijn! Artikelen die in de laatste tijdsspanne worden gelegd, brengen mogelijk meer punten, en ook artikelen in de kop van de krant zijn goed voor een dubbele opbrengst, áls... Per bericht wordt aan het eind, om twaalf uur, gekeken wie met het grootste artikel is gekomen; alleen dat artikel levert voor de samensteller punten op. Advertenties (de andere mogelijkheid van een tijdmotorfiche) en canards worden puntenloos verwijderd. Bonussen zijn er ook nog voor de grootste categorieën (sport, cultuur, polletiek, etc.), en dan zal blijken wie na dit spel de mediatycoon is! 'Extrablatt' is van dezelfde hand als de maker van 'Die Macher'; het fameuze spel over politiek en verkiezingen. 'Extrablatt' heeft een kortere speelduur, en is wat toegankelijker van aard. Zoals verzamelaars op zoek zijn naar kranten met een pakkende kop of van een bepaalde datum, zo zijn er spelfanaten die voor 'Extrablatt' een moord zouden willen doen om er nog aan te komen. Dan volgt hier het goede nieuws: dat van die moord, dat hoeft niet want er is nog hoop - dit spel werd nog zeer onlangs voor een bespottelijk laag bedrag aangeschaft!
Extrablatt, Karl-Heinz Schmiel, Moskito Spiele, 1991 - 2 tot 4 spelers vanaf 14 jaar, 120 minutenxxtop


x
Emira
26.07.06 Het is even wennen voor de meeste mannen, om met wat meer dan normale aandacht in de spiegel te kijken - en er ook naar te handelen: zijn de gespleten punten van de snor verwijderd, de wat al te uitbundige wenkbrauwen geëpileerd, de glanzende huid zonodig plaatselijk bepoederd? Zitten de schone en representatieve kleren keurig in de plooi? Is het bloemetje achterin de kameel gelegd, en zit de middelvinger qua goede manieren keurig in het gelid bij de andere vier? Dan zijn we klaar om op audiëntie bij de vrouwen te gaan. In 'Emira' proberen de drie tot vijf spelers naar de gunsten van de vrouwen te dingen, en ze in hun persoonlijke harem uit te nodigen. Afhankelijk van het spelersaantal is het spel door die speler gewonnen die een bepaald aantal vrouwen, eventueel met de nodige kwaliteiten, in zijn persoonlijke harem heeft weten te krijgen.
Aan het begin van het spel krijgen de spelers elk blind een doelkaart gedeeld met daarop de kwaliteiten van de vrouwen waar ze extra op moeten letten. De vrouwen worden door kaarten, meestal een voor een, aan ons voorgesteld en we kunnen in de geloofsbrieven zien welke voorkeuren het mèske heeft; het is zaak om hier in een ronde nog wat extra aandacht aan te besteden, want ze verkiest diegene, die het meest aan haar persoonlijke smaak voldoet. Gelet wordt op schoonheid, goede manieren en kleding, maar ook de huisvesting of status kan doorslaggevend zijn. Natuurlijk kost het een en ander wel geld, niet in het minst omdat de spelers met geld moeten bieden om een voorwerp uit de etalage te mogen kopen - dus niet krijgen! Pas na een gewonnen bod kiest de speler een actie uit en markeert dit met zijn steen; deze kan de huidige biedronde niet meer worden gekozen.
Elke ronde wordt er een basisuitkering uitgekeerd, maar het is in het land van Duizendeneennacht al net zoals hier: de verzorgingsstaat brokkelt danig af, en we moeten ons basisinkomen aanvullen met inkomen uit specerijveldjes (en gij allínn geleuftâhdâhnie wietis!), die ook nog eens eerst aangekocht moeten worden. De meeste vrouwen brengen nieuw leven in de brouwerij met hun persoonlijke eigenschappen: sommige stelen als de raven, andere geven de sjeik een voordeeltje bij het een of ander. Je wil dus niet iedere vrouw in je harem, maar je hebt er geen zeggenschap over: voldoe je aan de criteria, dan komt ze je onverwijld gezelschap houden. Neem een dame als Xenia. Als zij eenmaal op het pluche van de harem zit, moet er elke derde ronde 250 goud voor worden betaald, te beginnen bij binnenkomst. Xenia heeft een voorliefde voor geld, en dat leidt tot de hilarische situatie dat in de betreffende ronde iedere sjeik zich helemaal leegkoopt om maar niet de rijkste te zijn! De aanschaf van kamelen geeft per kameel korting op het bod in de veilingfase, en door uitgespeelde gebeurteniskaarten kan dit voordeel nog verder oplopen.
Het spel ziet er grafisch beeldschoon uit en heeft veel detail; Franz Vohwinkel heeft er vast met liefde aan gewerkt. 'Emira' is in wezen een veilingspel met een ontwikkelingselement, en het heeft in deze hoedanigheid wel wat weg van 'Goa'. Maar de interactie is in 'Emira' beslist hoger! Al met al een sfeervol spel, dat wel wat aan de lange kant is; de 75plus minuten aanduiding op de doos is een understatement; wij speelden een eerste pot in ruim twee uur maar denken dat het niet onder de negentig minuten gespeeld kan worden. Een leuk spel dus ('het leukste tot dusver dit jaar', werd in de groep gehoord), maar minder geschikt voor diegenen die niet van (langere) veilingspelletjes houden.

Emira, Liesbeth Vanzeir & Paul Van Hove, Phalanx Games, 2006 - 3 tot 5 spelers vanaf 12 jaar, 75+ minutenxxtop
x
Fischmarkt
16.07.06 Het is een rustgevend gezicht: de bootjes die in het vakantiehaventje dobberen, de kalme bedrijvigheid van het teren, de netten uithangen, en het dozen vis aan land schuiven. Dit is de geleende tijd vóór de grote trawlers met hun sleepnetten, en kijk er maar goed naar, want het gaat onherroepelijk verdwijnen. In 'Fischmarkt' houden drie tot vijf spelers zich bezig met de aan- en verkoop van vis, en proberen daarbij zoveel mogelijk geld te verdienen. In de haven liggen tot zes boten met hun vangst; hierop kan tegelijk en blind worden geboden. Naast het bord liggen vraagkaarten; hierop staat aangegeven welke vis verkocht kan worden. Helaas hebben de spelers hierop geen enkele invloed: ze krijgen weliswaar een globale inzage in de vraag, maar ze krijgen hier pas ná de veiling een enkele kaart blind van gedeeld en dus kunnen ze met een voorraad vis opgescheept zitten waar ze niets aan hebben. Niets aan de hand, moet de auteur hebben gedacht, dan kan er onderling, tegelijk, en dus kakafonisch worden geruild. Daarbij is al meteen duidelijk wat ieder voor opdracht (viskaart) achter zijn scherm heeft liggen; het had net zo goed open en bloot kunnen gebeuren. Het tegelijk en door elkaar bieden is geen mechanisme dat veel spelers ligt of aantrekt; de grote muilen of ellebogen hebben een duidelijk voordeel boven de wat beschaafdere of afwachtende speler. Ook de verkoopkaarten die iedere speler bij een ronde gedeeld krijgt, maakt het alleen nog maar oneerlijker; niemand kan er wat aan doen als ie voor 'witte categorie' vis toevallig minder krijgt dan een ander. Na vier rondes is het klaar, en wordt de hoogste score van het onnodig onoverzichtelijke scorebord gededuceerd. Meestal houd je het voor je; de jury zal er wel haar redenen voor hebben gehad; soms wordt het je teveel en moet je het kwijt: het is onbegrijpelijk dat dit slecht functionerende spel de nomineringslijst van 'Spiel des Jahres' heeft weten te halen!
Fischmarkt, Mario Papini, Clementoni, 2006 - 3 tot 5 spelers vanaf 10 jaar, 45 tot 60 minutenxxtop
x
Euphrat & Tigris - Wettstreit der Könige
18.10.05 Euphrat & Tigris is een geweldig spel, dat zal iedereen beamen die het gespeeld heeft. Het heeft zich samen met Puerto Rico inmiddels onder de klassiekers geschaard. Het bordspel is omgezet naar een kaartspel en daarom spelen we nu dus zonder spelbord, en zijn er wat tactische mogelijkheden uit het spel genomen om het toch te laten functioneren. Aan het begin van het spel zijn er acht (i.p.v. tien bij het bordspel) mogelijke startpunten voor een koninkrijk; dit zijn de rode schatkaarten de met een tussenruimte op tafel worden gelegd. Elk van deze startkolommen kan met maximaal acht kaarten worden uitgebreid. Elke speler heeft de beschikking over vier aanvoerders die in een koninkrijk de dienst kunnen gaan uitmaken; bij de start heeft elke speler bovendien een willekeurig achttal beschavingskaarten gedeeld gekregen die in de smaken bevolking, markt, tempel en landbouw komen. Ook krijgt elke speler een catastrofekaart die hij in het spel eenmalig kan inzetten. Tijdens een beurt kan een speler twee acties doen, die hij ook tweemaal achter elkaar mag uitvoeren: een aanvoerder inzetten of verplaatsen, een beschavingskaart spelen, of een catastrofekaart leggen. Het ruilen van fiches/kaarten is uit het kaartspel verdwenen! Aanvoerders mogen op elke kaart worden ingezet; staan ze op een tempel of schatkaart, dan hebben ze een extra punt in de verdediging/aanval. Twee koninkrijken mogen pas worden verbonden als er in elk van de koninkrijken minstens drie beschavingskaarten zijn bijgelegd. De aanvoerders in een koninkrijk krijgen voor elke gelegde kaart in hun kleur een beschavingskaart in die kleur, die bepalend is voor de overwinning. Maar: in tegenstelling tot het bordspel moet de speler dit overwinningspiunt zelf uit zijn kand ophoesten, dat wil zeggen dat wanneer hij een blauwe kaart in een koninkrijk met zijn eigen blauwe aanvoerder heeft gelegd, hij er nog eens een extra uit zijn hand nodig heeft om op een aparte eigen stapel te leggen; dit vervangt de blokjes uit het bordspel. Belangrijk ander verschil: niemand, ook de speler zelf niet, mag deze kaarten(blokjes)stapel bekijken! De externe en interne conflicten worden op dezelfde manier als in het bordspel afgehandeld, en ook de verdere puntenafwikkeling aan het eind van het spel: alle vergaarde kaarten van de spelers worden dan gesorteerd op kleur en per kleur met elkaar vergeleken; de speler die van zijn 'minste' kleur de meeste kaarten heeft verzameld, heeft gewonnen. Het is mede door deze puntentelling dat het spel spannend blijft; elke speler zal zich zo gelijk mogelijk willen ontwikkelen. Ja, en zo kunnen we vanaf nu Euphrat & Tigris - het kaartspel ook toevoegen aan de mogelijk mee te nemen vakantiespellen. Enig nadeel: het benodigde speeloppervlak blijft wel bijna net zo groot als het speelbord, dus de campingtafel of het terrastafeltje vallen hierdoor al af! Door de omzetting van bord- naar kaartsspel zal het thuis ook niet zo vaak uit de kast worden gehaald; daar is het origineel veel beter, en mooier (de houten uitvoering van de tempels) voor. Conclusie: operatie 'Omzetting' technisch geslaagd, maar de patiënt verkeert in dubieuze uitgeklede toestand!
Euphrat & Tigris - Wettstreit der Könige, Reiner Knizia, Hans im Glück, 2005 - 2 tot 4 spelersxxtop
x
Elasund - Die erste Stadt
17.10.05 ...En die eerste stad staat wat Klaus Teuber betreft op Catan. Twee tot vier nijvere spelers proberen hun gebouwen zo voordelig mogelijk op het bord te plaatsen, waarbij ze er in eerste instantie door een dobbelsteenworp ofwel goud, ofwel machtkaarten voor ontvangen, afhankelijk van het feit of deze gebouwen in dezelfde kolom staan waar het schip (door de dobbelsteenworp aangedreven) in een beurt de kust aandoet. Later in het spel, wanneer er grotere gebouwen worden gebouwd, kunnen er overwinningspunten worden verdiend. Ook een bijdrage aan de bouw van de stadsmuur wordt af en toe met een overwinningspunt beloond. Elke beurt mag een speler een of twee keer bouwen, en wel op een plek waar hij eerder zijn bouwbrieven heeft gelegd. De additionele en variabele kosten voor het bouwen van een gebouw wordt in goud betaald. De bouwbrieven, fiches met waarde 0 tot en met 4, kosten net zoveel geld om te plaatsen als hun aangegeven waarde. Er zijn populaire plekken om te bouwen, namelijk in de kolommen met de waarden 6 en 8 waar het schip vaker zal landen. Een andere favoriet is de kust zelf, waar molens staan afgebeeld die extra handelspunten oplveren op een aparte scorelijst die op bepaalde intervallen weer is voorzien van overwinningspunten die daar behaald (maar ook weer verloren) kunnen worden. De minst aantrekkelijke plek is in de buurt van de kerk (!). De inwoners van Elasund hebben namelijk ergens centraal een bouwput aangewezen waar de bouw van de kerk zal beginnen. De bouwput zelf is maar een begingedeelte van de kerk, die uit negen delen bestaat. De eerste speler die aan de kerk begint te bouwen, bepaalt door uit twee getrokken kerkdelen te kiezen de exacte positie van het hele bouwwerk. Hierdoor kunnen eerder gebouwde gebouwen mogelijk door de voortschrijdende bouw van de kerk verdwijnen. Maar de spelers zijn ook op een andere manier niet veilig: kleinere gebouwen kunnen door grotere worden overbouwd, en dat is natuurlijk datgene wat elke medespeler bij de ander probeert te doen; in tegenstelling tot het 'gewone' Catan kunnen nu dus ook gebouwen worden afgebroken! De machtkaarten kunnen onder andere worden gebruikt om extra goud te pakken, gelijkwaardig grote gebouwen te mogen overbouwen, of een bouwbrief op te waarderen of te verplaatsen. 'Elasund' is een leuk en tactisch spel, waarbij je alleen door de dobbelsteenworp aan het begin van de beurt, de te verdienen handelspunten, en de bijdrage aan de stadsmuur (geleend uit 'Die Siedler von Nürnberg') nog het gevoel hebt een Siedler-achtige te spelen. Elasund was ook een goed spel geweest zonder de verwijzing naar Catan, maar ja, dan zou het waarschijnlijk minder verkopen!
Elasund - die Erste Stadt, Klaus Teuber, Kosmos, 2005 - 2 tot 4 spelersxxtop
x
Fist of Dragonstones
08.03.05 Dit is een biedspelletje. Punt. Het wordt alleen wat opgepept door de waarschijnlijke hausse in fantasy settings, want ineens bieden we blind uit de hand om kaarten waarop Red, Blue of Yellow Dragons waarmee we gelijkgekleurde edelstenen kunnen krijgen; of kunnen we bij de Goblin, Enchanter, Magician of Fairy allerhande stenen inwisselen voor goud of zilver waarmee we weer kunnen bieden; of voor punten waarvan we er drie moeten hebben om het spel te winnen. Het verwerven van andere karakters biedt onder andere de mogelijkheid om stenen van medespelers te roven, of een eigenschap van een kaart niet door te laten gaan. En nog zo wat. Het is Wel-Een-Aardig-Spelletje, maar dat is niet genoeg bestaansrecht, en, heel eerlijk: al die rare karakters...
Fist of Dragonstones, Michael Schacht & Bruno Faidutti, Days of Wonder, 2002 - 3 tot 6 spelers
xxtop
x
Feudo
23.11.04 In dit spel met feodale setting proberen 2 tot 4 spelers hun stukken zodanig te manoeuvreren, dat zij bij een aanval als overwinnaar uit de strijd komen. Dit levert punten op voor ingenomen steden en uitgeschakelde vijandelijke stukken, die, gecumuleerd, na tien rondes de uiteindelijke winnaar bepalen. Per ronde worden drie legerkaarten gespeeld, en een handelskaart. De legerkaarten bepalen welke stukken bewogen worden; de handelskaarten waarop slechts in een tweetal gevallen geld staat, zijn noodzakelijk als er huurlingen moeten worden bewogen - en betaald! De regels zijn die van een 'introductory wargame', het kan niet anders worden gezegd. Bewegen kost 1 per veld, en de stukjes zelf mogen zoveel bewegen als hun cijfer aangeeft. Dit cijfer is tevens de sterkte in een gevecht. De zogenaamde 'stacking limits' oftewel het aantal stukjes in een vakje beperkt zich tot 1, tenzij de baron ook in dat vakje staat, met uitzondering van de 'first knight' die altijd eenzaam en alleen door het land trekt. Verdere bewegingsbeperkingen gelden voor gebergte, bos, stad en dorp. Wat dit spel leuk maakt, is dat de speler die als laagste op de puntenlijst staat de spelersvolgorde bepaalt. De uit te spelen kaarten worden gelijktijdig gekozen, maar in spelersvolgorde uitgespeeld, en ook de gevechten gaan hierna in deze volgorde. Op tijd met voldoende overmacht bij een stad aankomen is dus zaak van zorgvuldige planning! Om de zaak flink te verzieken, ligt er ook een pestfiche op het bord, dat elke ronde door middel van een getrokken kaart door het land trekt en zo de legers kan aansteken. Een dergelijk stukje wordt dan omgedraaid, en laat een lagere waarde zien. Beter worden kan alleen in het klooster in het midden van het bord, maar willen we daar een kaart aan spenderen? Om de zaak nog erger te maken, doen er ook nog verleidelijke vrouwen mee in dit spel! Deze 'Milady' kan een vijandelijke baron, indien aangrenzend, met haar charmes betoveren; de baron en zijn hele leger is voor een beurt verlamd en kan niet bewegen. Daar ben je dan mooi klaar mede! Wanneer bovendien een 'Milady' door de pest wordt getroffen, kan zij een ander stukje aansteken. Uitkijken voor dat pestwijf is dus meer dan raadzaam! Zoals eerder gezegd is Feudo eigenlijk een wargame, maar het heeft zich mooi vermomd waardoor het ook voor andere spelers aantrekkelijk is. Met vier spelers wordt het wel wat druk op het bord, en wordt de manoeuvreerruimte beperkter. Het ronddolen van de pest is het enige gelukselement in het spel waarbij overigens geen dobbelsteen aan te pas komt. Feudo is een intrigerend en sfeervol spel dat de tactische speler zeker zal aanspreken.
Feudo, Mario Papini, Zugames, 2004 - 2 tot 4 spelers
xxtop


x
Flandern 1302
25.10.04 Vijf steden in Vlaanderen, en eentje in Holland; dan mag het spel wel 'Flandern 1302' genoemd worden; zeker als Utrecht als pseudo-neutrale stad geldt. Twee tot vier spelers strijden om de invloed in de zes steden. Elke beurt wordt een stadkaartje uitgespeeld; een speler mag hier volgens de bouwregels een staddeel in zijn kleur bouwen, een neutraal deel, of een kerkdeel. Is een stad voltooid, dan wordt deze gewaardeerd waarbij kerkdelen voor twee tellen; de speler met de meeste invloed krijgt er de volle mep voor, de tweede de helft, de derde vier punten, en de laatste 'gaat leeg uit', zoals de Duitsers dat zo treffend weten te omschrijven. Is er een kerkdeel met een dom bebouwd, dan telt deze voor drie. Bij een gelijke vertegenwoordiging geven de aanwezige en eventueel bijgeplaatste gildemeesters de doorslag. Elke speler heeft een beginstad waar hij al met zijn kleur een standaardvertegenwoordiging heeft. De uitgespeelde stadkaartjes blijven open op tafel liggen en kunnen alleen worden teruggenomen met een speciale actie, die een beurt kost. Twee keer achter elkaar iets in dezelfde stad doen wordt zo wel moeilijk gemaakt. Doordat de steden uit verschillende vormen bestaan, kan het voorkomen dat een bepaald stukje van de eigen kleur niet meer in die stad kan worden gelegd; vooruitkijken is dus geboden! In noodgevallen kan eventueel onheil worden afgewend door het bouwen van een neutraal grijs stadsdeel. 'Flandern 1302' is een meerderhedenspel dat er zeer fraai uitziet en dat dieper gespeeld wordt dan het zich in eerste instantie aandient. De diverse venijnigheidjes komen allengs in een eerste spel naar boven; kleine kreetjes van gemenigheid worden gaandeweg geslaakt - dat maakt van een bekend genre spel een goed spel!
Flandern 1302, Wolfgang Panning, Queen Games, 2004 - 2 tot 4 spelers
xxtop
x
Employee of the Month
24.10.04 Wie wil er niet gewaardeerd worden? Met als uiteindelijk resultaat Medewerker van de Maand? Dat brengt een hoop aanzien met zich mee, een eigen parkeerplaats, een bordje op het bureau en, niet onbelangrijk: extra geld! Hoe krijgt men zoiets voor elkaar? Simpel: kom zowel bij de baas, als bij de collega's in het gevlei. Omdat een gunst aan de baas de collega's achterdochtig kunnen maken en omgekeerd, is voorzichtigheid geboden, en moeten de gunsten zoveel mogelijk worden verdeeld. In dit kaartspel wordt een rij van zeven kaarten opengelegd; dit zijn de gunsten die mogelijk verleend gaan worden. Welk van deze kaarten in een ronde wordt genomen, is afhankelijk van een tweetal andere decks kaarten: de brownies/kudos- en het suspiciondeck. Met brownies gaat gegarandeerd gescoord worden; de kudos leveren misschien punten op. Met de suspicionkaarten wordt de achterdocht van de collega's of de baas gewekt en dit zijn strafpunten. Op de favorkaarten, de gunsten dus, staat een verschillend aantal punten. Deze lopen op naarmate de gunst toeneemt. Een 'swapping shifts' kaart is 2 punten, 'cleaning out the fridge' 8 punten. Gunsten verleend aan de baas kunnen bijvoorbeeld zijn 'working the holidays' voor 5 punten, en 'training the newbie' voor 3 punten. Aan het begin van een ronde worden behalve het uitleggen of aanvullen van de favorkaarten twee andere kaarten opengedraaid: een van de suspicionstapel, en een van de gecombineerde brownie/kudostapel. Deze combinatie geeft de aantrekkelijkheid aan om een gunst te verlenen; een lage suspicionkaart levert weinig strafpunten op en een hoge browniekaart veel pluspunten. Om de beurt bieden de spelers met een van de openliggendede gunstkaarten, er moet telkens met een hogere kaartwaarde worden overboden. De 'winnaar' krijgt de favorkaart, en de twee opengedraaide kaarten. De etalage wordt aangevuld, en een nieuwe biedronde begint. Dit gaat net zolang door tot de stapel op is. Dan wordt er geteld: iedere speler telt de waarde van zijn favors aan de baas op, en die aan zijn collega's. Dit wordt met de overige spelers vergeleken. Heeft een speler de minste punten in een of beide categorieën, dan mag hij de waarde van de verkregen kudokaarten er ook nog bijtellen; anders zijn deze waardeloos. Brownies erbij, suspicion eraf, en de winnaar is bekend. 'Employee of the Month' is een snel en gemakkelijk kaartspelletje, dat op een typisch Amerikaans cartooneske wijze is geïllustreerd. O ja: degene met de meest saaie baan mag in dit spel beginnen! Nu niet allemaal tegelijk beginnen te roepen!
Employee of the Month, Alan R. Moon & Aaron Weissblum, Dancing Eggplant Games, 2004 - 2 tot 6 spelers
xxtop


x
Funkenschlag
10.07.04 Weten we al welke stroomaanbieder we willen? In dit spel kunnen we de beslissing nog even uitstellen door zelf een beetje met stroom (dus niet vuur!) te spelen en te doen alsof we ons op de markt oriënteren. De kaart laat de VS zien, maar aan de andere zijde is Duitsland afgebeeld; we kunnen alle kanten op! We beginnen met wat geld, en huisjes die zich nog steeds niet van hun Siedlerimago kunnen ontdoen. Met dat geld kunnen we in een openbare veiling een energiecentrale aanschaffen. Deze centrale zorgt voor de energie die onze gebouwde huizen nodig hebben. Elke centrale heeft andere brandstof nodig; de eenvoudige hebben genoeg aan kolen; een meer ontwikkelde doet het met uranium. Tegelijkertijd is aangegeven hoeveel huizen de centrale van stroom kan voorzien; dit is per centrale verschillend. De brandstof kan gekocht worden uit een 'pool' die naarmate er meer van wordt gekocht duurder wordt. Het bouwen van huizen kost ook geld en wel zoveel als op de kaart tussen twee steden staat aangegeven, plus een bedrag per stad waarvan de hoogte afhankelijk is van de fase van het spel. Aan het eind van een ronde wordt er volgens een staffel geld uitgekeerd, en wel zoveel per stad die onderhouden kan worden door een centrale. Dit gaat net zolang door totdat een speler 17 steden heeft gebouwd die hij van stroom kan voorzien; dan heeft hij gewonnen. Funkenschlag is een veilingspel waarbij je probeert de beste centrale te verwerven en ondertussen op de kaart met het bouwen van huizen je tegenstander probeert te blokkeren. Het is een 'Überarbeitung' van hetzelfde spel uit 2001, dat toen door zijn uitvoering is gekraakt. Het ziet er nu in ieder geval goed uit, alhoewel het een beetje donker van sfeer is. Er is niks mis met Funkenschlag, het is leuk om te spelen, maar een topper, laat staan een 'must have' is het niet.
Funkenschlag, Friedemann Friese, 2F Spiele, 2004 - 2 tot 6 spelers
xxtop
x
Fifth Avenue
12.05.04 Na Eiszeit is Alea met de uitgave van Fifth Avenue weer terug in de moderne beschaving -die van het New Yorkse Manhattan in de dertiger jaren- waar in 7 wijken driftig wordt gebouwd aan allerhande wolkenkrabbers. Daarbij verdringen twee tot vier spelers elkaar voor de beste plekken, het liefst naast winkels die extra punten opleveren. Een tweetal bouwinspecteurs loopt over het bord; overal waar zij staan wordt de actuele bouwstand van zaken bekeken: er wordt gewaardeerd en de punten verdeeld. In elke wijk waar ze geweest zijn kan er weer een strijd om de bouwvergunningen ontbranden in een openbare veiling, waarna de winnaar er in een kavel een tot drie gebouwen mag bouwen, afhankelijk van de soort van zijn uitgespeelde kaarten. De kavels worden met bouwkaarten betaald, waar een speler er nooit genoeg van lijkt te hebben. De bouwinspecteurs lopen via een min of meer vast patroon over het bord, en daardoor is het mogelijk om dwangzetten te creëren. Samenwerken met een van je medespelers is handig, omdat de bouwinspecteur als laatste actie in een beurt wordt verzet, en de eerste actie van een volgende speler in zijn beurt het waarderen in een wijk kan zijn. Kaarten bijpakken en de bouwinspecteur verzetten zijn de meest voorkomende acties in een beurt, maar zo simpel als dit gezegd is, zit het spel zeker niet in elkaar. Een speler heeft in zijn beurt de keuze om een wijk te waarderen, of drie gebouwen uit de voorraad bij te pakken, of een winkel te plaatsen, of een extra bouwkaart te pakken en de bouwinspecteur een extra verplaatsing te laten doen, en daarna nog de voornoemde acties. En eigenlijk wil ie ze allemaal doen! Het is dit mechanisme wat Fifth Avenue zo spannend en uitdagend maakt. De waarderingen in de wijken leveren het merendeel van de punten op; bonuspunten op bepaalde momenten in het spel zijn te verdienen voor de mate van aanwezigheid in de wijken; en aan het eind van het spel worden er nog bonussen vergeven voor de gebouwen aan de rand van Central Park. Fifth Avenue is een spel dat zich langzaam aan je openbaart, en je gaandeweg meeneemt naar zijn diepte en rijkheid.
Fifth Avenue, Wilko Manz, Alea / Ravensburger, 2004 - 2 tot 4 spelers
xxtop
x
Fugger Welser Medici
22.12.03 Heeft u even? Dit handelsspel kan namelijk tot acht uur duren! In het laatmiddeleeuwse Europa zijn de oude handelshuizen actief. Wij vervoeren goederen van stad naar stad, en doen tussendoor ook nog de jaarlijkse beurs aan. Niet elke stad vraagt goederen, of biedt ze aan. Door middel van blind getrokken kaarten wordt duidelijk waar en wanneer op de kalender ergens iets te verhandelen valt. Staan er meerdere kooplui, dan moet er concurrerend worden geboden. Dit wordt geheim opgeschreven. De beste bieder krijgt of verkoopt het goed tegen deze prijs. Ondertussen is er nog meer aan de hand: sommige transacties vinden met een adellijke klant plaats. Als we afzien van een gedeelte van het geld, dan mogen we daarvoor op een speciale tabel gooien, in de hoop er zelf wat adellijker van te worden. Bovendien hebben we kans op schuldbewijzen, die jaarlijks op de vervaldag rente opleveren. Als we uiteindelijk de adelstand hebben bereikt, kunnen we een landgoed kopen. Het spel is uit als het tweede landgoed is geveild; de rijkste eigenaar van deze twee heeft gewonnen. Helaas komt het door tijdgebrek nooit tot deze laatste fase; je moet over nogal wat doorzettingsvermogen, maar vooral tijd beschikken om dit spel ten einde te spelen. Maar wat een spel! Het heeft prachtige speelstukjes; de te verhandelen goederen zien er mooi uit en het metaal is zelfs echt verchroomd materiaal. Het speelbord is groooot, en er is lekker veel te doen in het spel; het heeft een hele leuke sfeer. Gelukkig zijn er ook 'kortere' scenario's te spelen; deze duren vanaf drie uur. In een beperkte oplage van 1000 stuks op de markt gebracht, en daardoor al begerenswaardig, want nergens meer te koop. Maar als je het nog tegen komt, koop, maar vooral: speel het!
Fugger Welser Medici, Doris Matthäus & Frank Sven Nestel, Doris & Frank, 1994 - 2 tot 6 spelersxxtop
x
Entdecker
30.09.03 Nog maar eens uit de kast gehaald, deze Klaus Teuber. In de tijd van de Siedler-opwinding kon Klaus niet meer stuk; en ook hijzelf bracht naar aanleiding van het Siedleridee het ene na het andere spel uit. Zo schijnen Löwenherz, Siedler en Entdecker uit hetzelfde idee ontsproten te zijn, of in ieder geval verwantschap te hebben. Na Seefahrer (Zeevaarders), en een aantal varianten uit het Catanboek is de link met Entdecker zeker duidelijker geworden. De bedoeling is om op een lege rechthoek met een vierkant grid (het speelbord), met een schip land te gaan ontdekken. Elke beurt wordt er met een windroos gedraaid om te kijken hoeveel goud iedereen krijgt. Daarmee kun je een aantal tegels ontdekken, en varen; dat bepaal je zelf. De tegels komen van een blinde stapel, dus je weet niet wat je te wachten staat. Is het kust? Volle zee? In ieder geval kun je op een kust een handelspost oprichten; dat kost ook weer goud. Is een kuststrook tot een compleet eiland ontdekt, dan krijg je er punten voor; degene met de zwaarste vertegenwoordiging het meest. Kleine ergernissen als storm op zee kunnen je zet hinderen of, bij het omdraaien van een tegel met een tempel, vooruit helpen. Dit alles is niet genoeg om te blijven boeien. Klaus heeft het waarschijnlijk zelf ook gedacht, want een jaar of wat erna kwam ie met Die Neuen Entdecker, een verbeterde uitgave. Dat spel zal ongetwijfeld beter spelen, maar wie durft er nog aan na een eerste teleurstelling? Dit spel is wat al te simpel uitgevallen, en dat is jammer, want het basisidee is best aardig.
Entdecker, Klaus Teuber, Goldsieber, 1996 - 2 tot 4 spelersxxtop
x
Eiszeit
01.09.03 Mammoeten, gletsjers, en jagers. En punten. Die krijg je voor de aanwezigheid van jagers op het bord bij vier opeenvolgende tellingen. Met kaarten zet je jagers op het bord, in verschillende landschappen, die er verder niet toe doen, behalve om via diezelfde kaarten aan te geven waar je je jagers mag plaatsen. Bij het uitspelen van een kaart kun je een actie kopen, of een actie door je medespeler(s) laten doen, waar je dan zelf geld voor krijgt. De koopactie zorgt meestal voor eigen aanwezigheid (jagers) op het bord, of zorgt voor positieve machtsverschuivingen. De 'laat'-actie is positief voor een andere speler, die je zelf mag aanwijzen. Deze mag een, meestal negatieve actie, uitvoeren, zoals het weghalen van een of meer jagers, of het (ver)plaatsen van een mammoet, die bij een telling voor extra punten zorgt. Een tijdperk is voorbij als de pot met geld (tijdelijk) leeg is, waarna er een telling plaatsvindt. Maar eerst wordt er nog gekeken of er in elk van de gebieden geen overbevolking heerst. Elk gebied kan minimaal drie jagers voeden; een mammoet verhoogt dit met 1, en een kampvuur (blinde ronde schijfjes met takkebosjes die nu tot vuurtjes met cijfers mogen worden omgedraaid) met minimaal 0 en maximaal 2 jagers. Het surplus wordt weggenomen, minderheden eerst (zo gaat dat!). Aan het eind van de puntentelling mag de speler met de minste punten op de puntenlijst een gebied aanwijzen waar een gletsjer wordt geplaatst; alle jagers en mammoeten verdwijnen daar van het bord. Het is dit mechanisme, en het kaartengeluk, wat het spel een beetje onbevredigend maakt. Het heeft namelijk een enorm nivellerend 'hit the leader'-effect. En ook omgekeerd: doordat veel kaarten door een medespeler mogen worden uitgevoerd zul je altijd degene kiezen die het meest onderaan in de puntentelling staat. En trek je niet de juiste kaarten bij, dan kun je het ondanks al je strategische planning wel vergeten. Na Puerto Rico is dit niet de waardige opvolger in de Aleareeks van Ravensburger waarop we hadden mogen hopen.
Eiszeit, Alan R. Moon & Aaron Weissblum, Alea/Ravensburger, 2003 - 2 tot 5 spelers xx top
x
Express
04.07.03 Weer een treinenspel, nu met kaarten. Formeer treinen en rangeer treinstellen van eenzelfde soort per trein die punten opleveren. Je locs zijn de omgedraaide (dus blinde) kaarten die je in een volgende beurt weer kunt gebruiken om te rangeren en dus desnoods ergens anders op tafel open aan te leggen. Steel treinstellen van je medespelers, of zorg dat een trein ontspoort. Met diverse onderhoudswagens probeer je dit bij jezelf te voorkomen, Je begint pas te scoren bij een trein met drie wagons. Spel wordt in meerdere rondes gespeeld; elke ronde eindigt als een speler minstens een trein van 4 wagons, en eentje van 5 wagons heeft gelegd; en als bovendien alle andere uitgelegde treinen van die speler minstens 3 wagons hebben én de speler nog een kaart kan afleggen op de aflegstapel. Soms ligt een spel, zoals dit uit 1991 van Mayfair Games, gewoon te lang in de kast voordat het eindelijk eens gespeeld wordt. En dan blijkt: het is leuk! Express is nog steeds te koop bij de betere spellenhandel.
Express, Darwin P. Bromley, Mayfair Games, 1990 - 2 tot 6 spelersxxtop
x
x
x
xxxxx xxxxx