xxxx xxxx

Milton Keynes
Auteur: Gavin Wood
Uitgever: ÁÏ'ñ
*
Jaar: 2011


recensie door

x
xx
Om het overvolle Londen te ontlasten, besloot de Britse regering in de zestiger jaren om een nieuwe stad in het Zuid-Oosten van Engeland te stichten. Deze stad zou Milton Keynes gaan heten, naar een van de negentien slaperige pittoreske dorpjes die in het geplande gebied lagen. Het moet de natte droom van elke planoloog zijn geweest om aan deze ontwikkeling mee te werken, op gridlijnen van een kilometer afstand. Termen als grid roads, en benamingen als grid squares voor de districten geven aan hoe het plan ten uitvoer werd gebracht. Toenmalige nieuwerwetsigheden zoals rotondes werden veelvuldig in het stratenplan toegepast. Of het een leefbare stad heeft opgeleverd, vertelt wikipedia ons niet, maar we weten nu wel de achtergrond en waar we in het spel aan toe zijn: rechttoe-rechtaan bouwen, en dat voor zoveel mogelijk speelgeld, al zal er in het echte Milton Keynes klinkende of girale munt, maar bovenal prestige in het spel zijn geweest.
x

Het bord bestaat uit een grid van A1 tot J9 tegen een groene achtergrond; aan de zijkant is een inkomstenlijst met onderweg wat rotondes; de spelers beginnen allemaal op de laagste positie ‘10’. Deze lijst wordt aan het begin van elke ronde geraadpleegd om te zien hoeveel geld elke speler krijgt uitgekeerd.
De spelers beginnen het spel met een startbonus van 20 en dus met 30 geld. Hiermee kopen ze kavels -coördinaten zoals H8 of F3- en verwerven ze de vergunningen om specifieke gebouwen te mogen bouwen. Kleine blauwe schijfjes die een rivier voor moeten stellen worden op specifieke plaatsen op het bord gelegd, evenals twee grote moerastegels die ook op vaste posities komen.


x
Voor het begin van het spel mogen de spelers een karakter kiezen, dit karakter kunnen ze overigens meteen vergeten nadat ze de bijbehorende bouwvergunningen hebben mogen incasseren. Hiermee hebben de spelers meteen iets in hun handen waarmee ze kunnen gaan bouwen, en door de verschillende vergunningen hebben ze ook direct andere belangen en interesses. De spelers krijgen ook al drie kavelkaarten gedeeld.
x
Vervolgens worden er net zoveel kavelkaarten opengedraaid als er spelers zijn. Daarna wordt er blind geboden om als eerste een kavel te mogen kopen; de speler met het hoogste bod betaalt dit aan de bank en koopt vervolgens voor vijf geld een kavel; de andere spelers volgen in rangorde naar hun gedane bod. Een dergelijke veiling vindt twee keer in een ronde plaats.
x
Hierna volgt de handelsfase waarin spelers hun kavels mogen ruilen of verkopen, maar belangrijker in deze fase is het verstrekken van bouwvergunningen. Tussen elke speler in wordt een bouwvergunning -kaart van de blinde stapel- gelegd. Vervolgens nemen de spelers een bod in hun beide handen en houden dit links en rechts boven de bouwvergunning; op deze manier zijn er telkens twee biedingen op een vergunning. De hoogste bieder wint, en geeft het geld aan de verliezer, die zijn eigen geld ook terugneemt. Elke ronde heeft een speler dus twee kansen op een bouwvergunning en deze zijn, samen met een of meerdere kavels, nodig om te kunnen bouwen.
x
Elke ronde mag een speler een of twee gebouwen bouwen, die zich elk over meerdere kavels kunnen uitstrekken. Elke kavel of reeks van aansluitende kavels moet vergezeld gaan van een bouwvergunning. Hierbij plaatst een speler per kavel een houten bouwsteentje en een aantal inkomstenblokjes in zijn kleur aan zijn gebouw; is het een interne muur dan komt er een liggend blokje te liggen, grenst het gebouw aan een gebouw van een andere speler, dan komt er een staand inkomstenblokje. Is het gebouw twee kavels groter dan het aangrenzende gebouw, dan komen er zelfs twee staande inkomstenblokjes: een bij het eigen gebouwensteentje, en een bij de buurman.
x
Gebouwen die aan de rivier grenzen, krijgen vanwege het schitterende uitzicht ook een inkomstenblokje voor elk bouwdeel dat aan de rivier grenst; in tegenstelling hiermee levert een gebouw dat aan het moeras grenst alleen inkomensblokjes op voor haar eigen interne verbindingen of externe gebouwen maar niet voor zijden aangrenzend aan het moeras. Elk inkomstenblokje van een speler wordt nu geteld; hier wordt 10 bij opgeteld en dit resultaat wordt op de inkomstenlijst genoteerd dat aan het begin van de volgende ronde aan de spelers wordt uitgekeerd.
x
Sommige bouwvergunningen zijn gewilder dan andere omdat ze lucratiever zijn. Het is niet mogelijk om een bestaand gebouw uit te breiden, maar met de speciale  uitbreidingsvergunning ‘extension’ is dit wel mogelijk. Met deze vergunning en een of meerdere -aangrenzende- kavels is het mogelijk opeens een stuk groter te worden dan de buurman waardoor er meer blokjes mogen worden geplaatst en dus meer inkomsten naar de betreffende speler vloeien. Met de ‘sewage processor’ zijn ook uitbreidingen over de rivier mogelijk waarmee mogelijk twee afzonderlijke gebouwen worden vereend, en dit kan ook voor verschuivingen in de inkomsten zorgen.
x
De vergunning ‘pikey camp’ levert de bouwer van het woonwagenkamp extra inkomsten op doordat hij twee blokjes mag plaatsen bij bijna elk aangrenzend gebouw; hetzelfde geldt voor de vuilstortplaats ‘dump’, die geen blokjes opleveren voor de buren maar de bouwer zelf wel extra blokjes laat plaatsen -als ie tenminste groter is dan zijn buurman. En zo zijn er meer bouwvergunningen die effect op andere gebouwen hebben.
x
Na de bouwfase begint een nieuwe ronde met het incasseren van geld volgens de inkomenslijst. Op deze inkomenslijst staan een aantal rotondes; bereikt of overschrijdt een speler een rotonde dan ontvangt hij direct vijf extra geld; moet een speler zijn inkomen aanpassen omdat hij een aantal blokjes van het bord heeft moeten nemen door een actie van een andere speler, bijvoorbeeld ‘demolish’ -het weghalen van een bouwsteentje van een gebouw- dan zakt hij nooit verder terug dan de eerstvolgende rotonde.
Het spel gaat door totdat de stapel kavelkaarten op is; winnaar is degene met het grootste aantal inkomensblokjes op het bord.
x
x
x
Niemand zou kunnen vermoeden dat ‘Milton Keynes’ de naam is van het spel dat billboard-groot ‘APPROVED’ op de doos heeft staan. Het lijkt bovendien een aardige gimmick om het spel in een architectensetting te gieten door het in een kartonnen (bouw)doos uit te brengen, en allerlei grafische flauwekul op het omslag te zetten zoals barcode, QR-code, KIX-code, en nog zo wat, maar het maakt niet duidelijker waar het nu precies om gaat. Voeg hier de totaal onzinnige uitgeversnaam aan toe en je hebt een gegarandeerd recept waarbij het spel in een schapsituatie roemloos en tot het einde der tijden stof zal vergaren.
x
Het spel is overduidelijk een goedbedoelde doe-het-zelf-productie: het speelbord is van hardboard en daardoor nogal zwaar, maar het kan tenminste niet breken; de houten componenten zijn handgezaagd -maar niet gepolijst- en handgeschilderd en het geld is vormgegeven en bedoeld om steekpenningen te verbeelden: termen als stuffed envelopes en heavy briefcases moeten het spel wat sfeer geven maar dit is overbodige ballast; het is gewoon geld in de coupures 1 en 5. Dit geld is echter zodanig klein en dun en eenzijdig bedrukt uitgevoerd dat er al snel naar substitutie uit andere spellen is gezocht om dit onhandige speelgeld te vervangen.
x
In het spel moeten de bouwintenties -de kavelkaarten en de bouwvergunning- in een heel klein envelopje worden gestoken; ook dit is vreselijk onhandig en het zou net zo goed kunnen worden weggelaten. Wat node wordt gemist is een zichtschermpje voor het geld omdat het ontbreken ervan erg onhandig is bij de geheime biedingen voor beide bouwvergunningen -in allebei de handen moet in het geheim geld -of niet- worden gestopt. Nee, er schort nogal wat aan de uitvoering. Maar hoe is het spel?
x x
‘Milton Keynes’ zou vanaf twee spelers gespeeld kunnen worden, maar twee spelers komen al snel in de problemen omdat de hoeveelheid inkomstenblokjes niet voldoende is; de auteur geeft toe dat het spel eigenlijk pas vanaf drie spelers te spelen is en geeft aan het spelersaantal in een volgende editie te veranderen.
x
De regels hebben het over ‘omkopen’ en ‘mes in de rug’, maar daar is in het spel niet zoveel van te merken; de sfeer is competitief maar op een ontspannen manier -ieder bouwt zo mogelijk aan zijn eigen ding. En dat ding is eigenlijk nogal abstract: de spelers proberen zo groot mogelijke ketens te bouwen die zoveel mogelijk inkomsten genereren. De bouwvergunningen geven het spel een wat onderscheidender tintje omdat deze niet alleen positief voor de eigen, maar tegelijk ook negatief voor de andere speler kunnen uitpakken. In feite is dit het onontbeerlijke frisbeleg op de bekende basisboterham.
Want ketens bouwen, dat kan in Acquire ook -en het spel is daar onovertroffen in. Diverse gebouwen bouwen, en het liefst aan een rivier, dat is in feite hetzelfde als het bouwen langs de tramrails in Big City -en ook in dit geval ligt er een beter -hoewel niet eenvoudiger- spel op tafel.
x
De wijze waarop inkomsten worden vergaard -het bouwen van de juiste gebouwen op de juiste plek- is een aardige vondst waardoor aantrekkelijke bouwvergunningen tegen flinke prijzen van de hand gaan. Maar eigenlijk is het vooral zaak om in ieder geval elke beurt een kavel en een bouwvergunning aan te kunnen schaffen om zo via het neerzetten van de gebouwen de inkomsten proberen te vergroten.
x
Het lijkt misschien een beetje oneerlijk om ‘Milton Keynes’ met twee giganten te vergelijken, want het is beslist geen onaardig spel; alleen: we hebben niet het gevoel dat we iets revolutionairs zitten te spelen. Dat gevoel is er weliswaar bij meer spellen, ook bij die van gevestigde uitgevers, alleen hebben deze hun uitvoering meestal wat beter op orde -en het oog wil toch ook gestreeld worden. In het geval van een in wezen abstract spel is ‘Milton Keynes’ niet genoeg verrassend of onderscheidend waardoor, voor de keus gesteld, dit spel niet gauw op tafel zal komen.
© 2012 Richard van Vugt

Milton Keynes, Gavin Wood, ÀÏ'ñ*, 2011 - 2 tot 4 spelers vanaf 14 jaar, 90-120 minuten


Wat chaotisch bouwspel dat ondanks wat originele vondsten niet echt bijblijft
x
x
x