xxxx

Wallenstein
pagina 3

x

Dan moet ik op mijn planningskaart het landkaartje Salzburg bij een van de drie koopmogelijkheden voor legers leggen. Maar Salzburg levert wel 6 goud, als ik het plunder! En dat heb ik nodig als ik legers wil kopen! Ik kan ook een gebied plunderen, waar ik mijn legers niet zo nodig hoef in te zetten, in de luwte van het strijdgewoel. Ik kan daar ook wat veiliger bouwen, want als een gebied wordt veroverd, gaan de gebouwen mee naar de tegenstander. En waar ben ik deze beurt op voldoende sterkte en ga ik aanvallen? Ik kan elk jaargetijde twee gebieden bepalen van waaruit ik kan aanvallen. Maar ik kan door de andere spelers natuurlijk ook zelf worden aangevallenik weet dus niet of ik als eerste de beslissende slag kan leveren. Aan de andere kant: als de tegenstander in zijn beurt z’n gebied gedeeltelijk ontruimt, om zelf ergens anders aan te vallen, heb ik meer kans van slagen bij een gevecht als ik er in mijn beurt in wil trekken. Of misschien valt een ander speler wel eerst aan, trekt verzwakt in het gebied, wat ik vervolgens een stuk gemakkelijker in kan nemen. Maar ik weet in deze fase nog helemaal niet wie de startspeler wordt! Het zijn deze en andere gelijksoortige afwegingen die het spel zo fascinerend maken; het is ook de stilste fase in het spel; van tijd tot tijd hoor je iemand kreunen en steunen omdat ie èn dit èn dat tegelijk wil doen en uiteraard tòch moet kiezen!

Als dan toch uiteindelijk iedereen z’n tien acties heeft bepaald, en dat kunnen ook pasacties zijn doordat er een blanco kaartje op een actie is gelegd (het goud blijft het hele spel krap, dus af en toe moet er noodgedwongen worden afgezien van bijvoorbeeld kostbare bouwactiviteiten), wordt de spelersvolgorde en de huidige gebeurtenis bepaald. Daarna worden de acties, te beginnen bij de startspeler, een voor een uitgevoerd. Langzaam wordt duidelijk wat iedereen in de zin heeft: gebouwen worden gebouwd, versterkingen aangesleept, hier en daar branden de velden al van de plunderingen.

Dit verloop wordt drie keer gedaan, waarna de winter intreedt. Het laatste gebeurteniskaartje geeft tevens aan hoeveel graan er door rattenvraat is aangetast of simpelweg weggerot; daarna worden de voorraden gecontroleerd om te kijken of deze voldoende zijn om de legers en de bevolking te onderhouden. Eventuele consequenties in de vorm van opstanden worden meteen uitgevoerd, waarna de telling plaatsvindt. Elk land en elk gebouw levert 1 punt op; er zijn bonuspunten voor een speler die in een regio de meeste paleizen (3 punten), handelshuizen (2 punten), of kerken heeft (1 punt - blijkbaar heeft de kerk wat minder invloed in tijden van oorlog).
Omdat er in het spel maar twee tellingen zijn, waarbij de laatste bepalend is, heeft Gamepack een scorelijst op de markt gebracht die het mogelijk maakt om élk seizoen te zien hoe de stand is.

Wallenstein haalt z’n spanning uit het feit dat je telkens weer meer wilt doen dan je kunt, en je moet roeien met de riemen die je hebt. Expansie gaat slechts zeer geleidelijk, je moet telkens opnieuw prioriteiten leggen. Nog een gebouw ergens, zodat ik de meerderheid heb en er de extra punten voor krijg? Of toch eerst dat lastige leger naast me maar proberen uit de weg te ruimen?
De spelregels zijn voor een dergelijk ‘groot’ spel kort en duidelijk, afgezien van die ene vraag of àlle boeren in de toren gegooid moesten worden bij een gevecht tegen een neutraal land (nee, alleen die ene boer, plus eventuele extra boeren door een gebeurteniskaartje). Het spelbord is mooi groot, je legt wel een spel neer op tafel! En ja, die blokjestoren! Een prachtige vondst waar Queen Games ‘Gebrauchsmusterschutz’ op heeft. Nou dan weet je het wel! Zet hem wel goed vast in de plastic basis; er is een spelersgroep binnen Gamepack waar de materiaalmeester dit licht heeft veronachtzaamt waardoor er, naar pas achteraf bleek, blokjes door de sluisjes onderin de toren waren gezakt!
Wallenstein is, samen met Puerto Rico, het beste spel uit 2002!
© 2002 Richard van Vugt

Wallenstein, Dirk Henn, Queen Games, 2002, 3 tot 5 spelers

x
x
x