xxxx

Wallenstein
pagina 2

x
Het spel beslaat twee jaar, in elk vier ronden: lente, zomer, herfst en winter. De winterbeurt is een wat administratievere beurt waarin de graanvoorraad wordt gecontroleerd, de afhandeling van de eventuele opstanden plaatsvindt, en de punten worden genoteerd. Aan het eind van de tweede winter is de speler met de meeste punten winnaar.
Het spel heeft zeer rijk spelmateriaal, waarbij de dobbel- of blokjestoren meteen de aandacht trekt. Met deze toren worden de gevechten geleverd; ze vervangt de dobbelsteen. Aanvaller en verdediger nemen hun strijdende legers i.c. hun blokjes en gooien ze in de toren.

Wat er beneden in meerderheid uitvalt, is bepalend voor de uitslag van het gevecht. Niet alle blokjes uit de toren komen eruit gevallen, doordat er een tweetal onregelmatig gevormde sluisjes in zitten, die de blokjes hier en daar blokkeren. Blokjes die bij een vorig gevecht achter bleven, kunnen bij een volgend gevecht mee naar buiten komen en zo een extra onverwachte draai aan de uitkomst geven. Dat is nog eens leuker dan zes proberen te gooien met een dobbelsteen!
Aan het begin van elk jaar worden vier gebeurteniskaartjes getrokken; deze geven de te verwachten gebeurtenissen voor dat jaar aan. Ze variëren van troepentekort (duurder legers kopen in een bepaald gebied) of een goede oogst (meer graan in een bepaald gebied) tot kerkvrede (een bepaald gebied mag niet worden aangevallen) en woedende boeren (een neutraal gebied verdedigd zich met twee in plaats van 1 leger). Welke ervan in een jaargetijde gebeurt, wordt pas bekend nadat de spelersacties zijn gepland en de spelersvolgorde voor dat jaargetijde is bepaald.

Na het trekken van de gebeurteniskaartjes bepalen de spelers hun acties. Ze doen dat door uit hun landkaartjes een keuze te maken en die blind op hun planningskaart voor zich te leggen, zodat de andere spelers niet kunnen zien wat voor actie er in welk land gaat plaatsvinden totdat deze actie per speler wordt opengelegd en gespeeld. Wil ik er legers bij in Salzburg?
x
x
x