xxxx xxxx

Islas Canarias
Auteur: Leo Colovini
Uitgever: Clementoni
Jaar: 2009


recensie door

x
De meeste bezoekers van de Canarische eilanden zijn niet van die avonturiers; een week op het strand in de zon is wat ze willen, en dus vliegen er containers af en aan vanuit diverse landen in Europa om ze vlakbij het strand te dumpen, vanwaaraf ze een lichtend baken zijn voor de fortuinzoekende waaghalzen uit Afrika in hun wrakke bootjes die de eilanden als poort van Europa gebruiken. Maar dat schijnt vroeger wel anders te zijn geweest! Volgens de opgaaf van de uitgever waren avonturiers én zeilers, blijkbaar twee aparte categorieën, degenen die vanuit Spanje een nieuw thuis op de eilanden zochten. Naijver is van alle tijden, dus onderweg werd er natuurlijk al gepocht dat de inrichting een Bulthaup keuken zou gaan bevatten; van het een kwam het ander en dus ging men er aan wal, ieder op z’n eigen eiland, al snel toe over niet alleen een huis, maar ook paleizen te bouwen, die volgende nieuwkomers dan weer moest aanmoedigen zich juist daar te vestigen, en niet bij de buurman met dat IKEA interieur. Het driftig schaven en timmeren wordt uiteindelijk voor de meeste punten en de bijgesloten overwinning gedaan.
x
Aan het begin van het spel kiezen de spelers elk een eilandbordje; deze zijn onderling verschillend in geografie maar bieden elk plaats aan twaalf huizen, paleizen of steden. Met vijf kaarten wordt het spel begonnen; in een beurt speelt een speler een kaart uit om er een huis op zijn eiland mee te bouwen. Hierop staat aan weerszijden aangegeven welke kleur huis er mag worden gezet en waar er gebouwd mag worden. De bouwvoorschriften worden volgens prioriteit afgehandeld: eerst wordt naar de eerste conditie gekeken; deze conditie geeft ofwel aan dat er naast een bepaalde terreingesteldheid moet worden gebouwd, of naast een huis van een bepaalde kleur. Terreincondities kunnen zijn: zee, rivier, bergen, akker, weg of dorp. Is het met de eerste conditie niet mogelijk een huis te plaatsen, dan wordt er naar de tweede conditie gekeken, en zo verder, tot er uiteindelijk een huis kan worden gezet.
x
Als tweede en laatste actie in een beurt legt een speler een kaart blind bij het schip midden op tafel; hier ligt er aan het begin van het spel al een die blind van de stapel is getrokken. Heeft elke speler zijn beurt gehad, dan worden de kaarten in het midden geschud en een voor een omgedraaid. Nu wordt gekeken op welk eiland er een nieuwe avonturier landt en er meteen een huis bouwt. Op de kaart staat aangegeven welke kleur huis er gebouwd gaat worden, maar op welk eiland? De eerste conditie geeft opnieuw een terreingesteldheid aan of een huis in een bepaalde kleur. Bij de speler met de meeste vrije velden naast deze conditie komt de virtuele avonturier aan land en zet er het huis in de aangegeven kleur op een van deze vrije velden. Hebben meer spelers evenveel vrije velden rond hun huis of terrein, dan wordt er naar een tweede en eventueel verdere condities gekeken. De laatste schipkaart blijft altijd blind liggen en schuift door naar de volgende ronde.
x
Als spelers aan het begin van een beurt geen of nog maar een kaart op de hand hebben, moeten ze verplicht drie kaarten bijtrekken en mogen niet bouwen. Het bijtrekken van kaarten mag overigens altijd in plaats van de bouwactie.

Omdat elk huis maar een punt waard is, een paleis drie en eenstad vijf punten, zal een speler proberen zo snel mogelijk iets lucratievers op het bord te zetten. Twee huizen mogen op elk moment in een beurt worden omgeruild tegen een paleis van dezelfde kleur; drie huizen in een stad. Paleizen geven bovendien recht op de privilegekaart van die kleur.

Die privileges geven bijvoorbeeld recht op het natrekken van vier in plaats van drie kaarten; het negeren van de bouwregels of het omzetten van twee verschillend gekleurde huizen in paleizen.
x
En dan zijn er nog de piraten! In de kaartenstapel zitten zes piraten, elk in een van de zes kleuren. Deze kaarten kunnen niet worden gebruikt om te bouwen, dus moeten blind bij het schip worden gelegd. Wanneer een dergelijke kaart dan opduikt, is die speler de klos die over de privilegekaart van die kleur beschikt; hij moet een huis van een willekeurige kleur van zijn eiland verwijderen. Is het privilege nog niet vergeven, dan is die speler betroffen, die het meeste punten aan huizen in de kleur van de piraat heeft.

Aan het eind van elke ronde tellen alle spelers hoeveel punten ze hebben; er wordt nog een laatste ronde gepeeld nadat een speler 19 punten of meer heeft behaald; daarna wint de speler met de meeste punten.
x
x
x
Bij het bouwen van een huis heeft een speler alle controle door het spelen van een kaart; dat ligt wat anders bij het wegleggen van een kaart bij het schip. Natuurljk hoopt een speler dat hij door deze kaart aan het eind van de ronde opnieuw een huis zal kunnen bouwen, doordat hij bijvoorbeeld de meeste vrije velden naast de bergen heeft; de eerste conditie van de kaart die hij weg heeft gelegd. Maar de condities bij de andere spelers kunnen veranderen: als een andere speler een paleis bouwt, komt er misschien bij hem juist wel een extra veld naast de bergen vrij, waardoor het huis naar die speler gaat. Bovendien worden alle kaarten behalve een getrokken, dus misschien blijft de kaart wel een ronde of zelfs meer blind liggen. De speler is de kaart dan al half vergeten of heeft ondertussen zijn aandacht en prioriteiten bij wat anders gelegd.
x
De eilandkaartjes zijn allemaal verschillend; de een heeft wat meer velden aan zee, de ander aan de rivier en een derde aan de bergen. Daardoor zal er bij de schipkaarten niet snel een pat ontstaan, een mogelijkheid die verder wordt teruggedrongen doordat er niet een maar vier condities op de kaarten staan.

Wat de illustraties betreft: is de illustrator gehandicapt of zo? De illustratie van de doos is een aardig werkje - voor een mondschilder. Wat een lelijk en onhandig geschilderde illustratie!
x
‘Islas Canarias’ heeft een aardig mechanisme en het speelt best leuk, maar het heeft niet die wow factor waardoor je het keer op keer wilt spelen. Of het spel nou tactisch is of niet, en of dat erg is, is ook niet zozeer de vraag of het probleem. Het is alleen niet zo erg anders. Het irriteert niet, is zelfs een beetje braaf, het is leuk dat het er is, maar als het niet op tafel komt wordt het ook niet bijzonder gemist. Zoals die langvergeten maar vaagbekende knul die bij een reünie bij het danig schik hebbende en bij ieder bekende groepje aanschuift: ‘Verrek joh, zat jij ook bij ons in de klas? Eh, nou, leuk wel, dat je erbij bent!’. Maar als je niet was komen opdagen hadden we net zoveel lol gehad...
© 2009 Richard van Vugt

Islas Canarias, Leo Colovini, Clementoni, 2009 - 2 tot 5 spelers vanaf 10 jaar, ca. 45 minuten


x
x
x